Wat zijn granen?
Graan is de verzamelnaam voor de zaden van grassen. Rijst, tarwe, gerst en rogge zijn voorbeelden van granen.
Opbouw van de graankorrel
De graankorrel bestaat uit 3 delen. In de afbeelding hieronder zijn deze 3 delen te zien. Binnenin vind je de meelkern. Onderin zit de kiem. Om het geheel heen ligt de zemel. De meeste goede voedingsstoffen zitten in de kiem en de zemel. Om de hele korrel heen zit nog een omhulsel. Dit is het kaf. Bij de meerderheid van de granen is het kaf oneetbaar.

Soorten granen
De veel gegeten granen tarwe, mais en rijst hebben een eigen pagina.
Graanproducten
Van granen worden diverse graanproducten gemaakt zoals brood, ontbijtgranen, couscous en pasta. Volkoren graanproducten en bruinbrood staan in de
Schijf van Vijf.
Herkomst van granen
In Nederland verbouwen we tarwe, rogge, teff en gerst, en op beperkte schaal haver. Hiernaast importeren we veel graan. De meeste granen komen uit de Verenigde Staten, Canada, Europa, Rusland en Australië. Gerst komt hoofdzakelijk uit Rusland, Canada, Spanje, Duitsland en Frankrijk. De gierstsoort sorghum halen we vooral uit het zuiden van de Verenigde Staten, India en China en de soort millet uit India, China en centraal Afrikaanse landen. Haver staat in Rusland, Canada, de Verenigde Staten, Noord-Europa en Midden-Europa. Rogge in Rusland, Polen en Duitsland. Teff komt voornamelijk uit Turkije.
Productie
Granen worden verbouwd op akkerbouwbedrijven. Tarwe, gerst, spelt, teff en rogge groeien in aren. Rijst, gierst en haver groeien in pluimen of halmen en mais in kolven. Van de wereldwijde graanoogst is 40 tot 50% bestemd voor veevoer. Het grootste deel van de gierst uit de Verenigde Staten dient als veevoer.
Graankorrels worden geoogst met een maai-dorsmachine. Vervolgens wordt het graan van het kaf en vuil gescheiden. Het machinaal verwijderen van kaf heet doppen of pellen. Dat gebeurt door de korrels krachtig over elkaar te wrijven. Het kaf is een hulsje om de korrel dat bestaat uit de verwelkte blaadjes van de graanbloemen. Bij gerst, gierst, haver en rijst is het kaf niet eetbaar. Het kaf van rogge is wel eetbaar.
Na de oogst blijft er stro achter. Dit wordt ondergeploegd of in balen verzameld voor het vee.
Zaaien en oogst
Elk soort graan heeft zijn eigen zaai- en oogsttijden en groeit op andere plekken.
- Zo kan gerst gezaaid worden in de het voorjaar (zomergerst) of in de herfst (wintergerst). De oogst is dan in de late of vroege zomer. In Nederland is er vooral teelt van zomergerst. Gerst heeft met gemiddeld 100 dagen van alle granen de kortste groeiperiode.
- Gierst heeft tijdens de groei veel warmte en licht nodig. De planten kunnen goed tegen droogte en niet goed tegen vorst.
- Haver kan 1 keer per jaar in het voorjaar gezaaid worden. De oogst vindt laat in de zomer plaats.
- De roggeplant groeit goed op arme grond en bij lage temperaturen. Ook is rogge niet erg gevoelig voor ziekten. Rogge kan net als gerst gezaaid worden in het voorjaar en geoogst in de late zomer, of gezaaid in de herfst en geoogst in de vroege zomer. De plant kan eenjarig of tweejarig zijn.
Hoeveel brood en graanproducten eten we?
Nederlanders eten gemiddeld 191 gram brood en granen per dag. We eten gemiddeld 3,3 snee brood en 52 gram rijst/pasta per dag. Mannen eten meer brood en granen (218 gram) per dag dan vrouwen (165 gram).
Wat is het voedingsadvies van graanproducten?
Producten die voldoende graanvezel bevatten (tenminste 4,5 gram per 100 gram) staan in de Schijf van Vijf. Denk aan volkorenbrood en andere volkoren graanproducten, en sommige soorten bruinbrood. Volkorenproducten verkleinen het risico op bepaalde hartziekten, darmkanker en diabetes type 2 en leveren belangrijke voedingsstoffen. Bovendien is brood een belangrijke bron van jodium in onze voeding. Volkoren is de gezondste keuze.
Het advies is daarom om witte graanproducten zoals witbrood, witte pasta en witte rijst zoveel mogelijk te vervangen door volkorenbrood, volkorenpasta en zilvervliesrijst. En om dagelijks tenminste 90 gram van deze producten te eten. Lees meer over brood en graanproducten en vul de Schijf van Vijf voor jou in voor een voedingsadvies op maat.
Zijn graanproducten gezond?
Granen en graanproducten bevatten koolhydraten, eiwitten, vezels, onder andere de B-vitamines thiamine (B1), niacine (B3) en folaat (B11) en de mineralen jodium, ijzer, calcium, fosfor, kalium, magnesium en zink. Brood is de belangrijkste leverancier van jodium. Vooral volkoren granen en graanproducten bevatten veel vezels.
Positieve effect volkoren producten op gezondheid
Er is sterke wetenschappelijke onderbouwing voor het gunstige effect van volkoren producten op de gezondheid. In onderzoek naar de verbanden tussen voeding en gezondheid worden producten vaak als volkoren aangemerkt als ze voor minstens 25% uit volkorenmeel bestaan. Er is overtuigend aangetoond dat het eten van volkoren producten (90 gram per dag) verband houdt met een lager risico op bepaalde hartziekten en darmkanker. Verder hangt het eten van volkoren producten (60 gram per dag) samen met een lager risico op diabetes type 2. Lees meer hierover bij volkoren.
Gluten
Mensen met de aandoening coeliakie kunnen geen gluten verdragen. Gluten is een eiwit dat voorkomt in gerst, haver, rogge en tarwe. Gierst, mais, rijst en teff bevatten geen gluten.
Haver is in principe glutenvrij, maar moet volgens de wet toch als glutenbevattend worden gedeclareerd. Haver is in de praktijk namelijk vaak verontreinigd met andere granen die wel gluten bevatten, zoals tarwe.
Betaglucaan
Gerst en haver bevatten bètaglucaan. Dit is een type graanvezel dat een gunstig effect heeft op het verlagen van het LDL-cholesterol gehalte in het bloed. LDL-cholesterol is niet goed voor de bloedvaten.
Fytinezuur
In graanproducten waarin de gehele graankorrel wordt verwerkt, zoals in volkorenbrood, komt fytinezuur (fytaat) voor. Fytinezuur komt van nature voor in de buitenste lagen van granen en zaden. Het gehalte aan fytinezuur is onder ander afhankelijk van de graansoort en de bereidingswijze. Teff bijvoorbeeld, bevat weinig fytinezuur.
Fytinezuur wordt vaak bestempeld als anti-nutriënt omdat het zich bindt aan mineralen zoals calcium, ijzer en zink. Vanwege deze verbinding kunnen deze stoffen minder goed door het lichaam worden opgenomen. Maar fytinezuur kan ook stoffen binden die schadelijk voor ons kunnen zijn. Er zijn zelfs theorieën dat de positieve eigenschappen van volkoren producten daarmee te maken hebben. Dat is echter nog onvoldoende duidelijk.
Bij een normale, gevarieerde voeding leidt het eten van veel fytinezuurrijke voedingsmiddelen zelden tot een tekort aan mineralen. De bewezen positieve eigenschappen van volkoren producten wegen hier ruimschoots tegenop.
Hoe bewaar je graanproducten?
Bewaar granen en graanproducten koel, donker en droog. Zo blijven ze het langst houdbaar. Goede plekken zijn een voorraadkast, trapkast of bijkeuken. Laag bij de grond blijven ze het koelst. Open verpakkingen kunnen geplaatst worden in goed afgesloten lege voorraadbussen.
Bloem en meel blijven over het algemeen wel langer dan 1 jaar goed. De bakkwaliteit van meel en bloem gaat tijdens het bewaren wel achteruit. Het rijst dan minder goed. Meel en bloem kunnen verzuren door melkzuurbacteriën als ze te vochtig worden bewaard. De smaak is dan ook echt zuur.
Volkoren producten en meel kunnen onder invloed van licht en zuurstof ranzig worden, oftewel bederven. Dit komt doordat volkoren producten vetter zijn. Daarom moeten ze op een donkere plaats bewaard worden. Kijk ook in onze Bewaarwijzer voor meer advies over het bewaren van producten.
Insecten en schimmelen
Koel en droog bewaren is ook belangrijk voor het weghouden van insecten uit de voorraadkast. Door vocht en warmte kunnen sneller insecten in meel en bloem komen. Denk hierbij aan de graanklander, de meelmijt en de meelmot. Muizen en ratten kunnen afkomen op niet goed afgesloten graanproducten.
Ook kunnen granen en graanproducten door vocht en warmte gaan schimmelen. Daardoor kunnen schimmelgifstoffen ontstaan, zoals de schadelijke stof aflatoxine. In rogge kan de zeer giftige schimmelgifstof ergot alkaloïden voorkomen. De schimmel moederkoren maakt deze stof aan. Het zorgt voor zwarte roggekorrels.
Zijn graanproducten duurzaam?
De productie van granen is minder belastend voor het milieu dan bijvoorbeeld die van noten, oliegewassen of dierlijke producten. Granen hebben van alle productgroepen de laagste milieu-impact per kcal. De teelt van granen, zoals tarwe, heeft in Nederland, Duitsland en Frankrijk weinig land nodig (zo’n 1 m2 per kg). In Duitsland en Frankrijk wordt de helft minder mest gebruikt dan in Nederland, waardoor graanteelt daar minder broeikasgasemissies geeft. Dat zorgt ook voor minder ammoniakuitstoot.
Rijst heeft een grotere impact op het milieu dan andere graansoorten en is daarmee een uitzondering. Dat komt omdat bij de natte rijstteelt veel methaan vrijkomt. Voor de teelt van rogge en haver is minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen nodig dan andere granen.
Etiket van graanproducten
Eisen ten aanzien van etikettering zijn vastgelegd in de Europese wet Voedselinformatie. Kijk naar het online etiket voor meer uitleg over de verschillende onderdelen van het etiket.
Meel
Zelfrijzend bakmeel bevat alleen meel en rijsmiddel. Aan meelmixen voor bijvoorbeeld cake, brood of poffertjes worden vaak hulpstoffen toegevoegd. Denk hierbij aan emulgatoren, verdikkingsmiddelen, geurstoffen, smaakstoffen, rijsmiddelen en meelverbetermiddelen. Deze zijn te herkennen aan een E-nummer. Dat wil zeggen dat de hulpstoffen goedgekeurd zijn door de Europese Unie.
Keurmerken
Sommige soorten graanteelt zijn minder belastend voor het milieu dan andere. Je kunt ook kiezen voor producten uit de eerlijke handel. Wil je hier rekening mee houden, dan zijn er Topkeurmerken waar je op kunt letten. Dit zijn de keurmerken die het hoogst scoren op het gebied van controle en transparantie en duurzaamheid.
- EKO
- Europees biologisch
- Fairtrade Max Havelaar (voor rijst)
- Demeter
- Sustainable Rice Platform (SRP)
Zaden die lijken op granen
Amaranth,
boekweit en
quinoa zijn geen zaden van grassen, maar van andere planten. Het zijn dus geen granen, maar ze worden wel op dezelfde manier verwerkt tot bijvoorbeeld meel.