Leer je baby proeven
Blije gezichtjes en lachebekjes, maar ook gekke grimassen of uitspugen: sommige hapjes zal je baby niet meteen lekker vinden. En dat is ook logisch, want al die nieuwe smaken zijn wel even wennen. Maar geduld tonen loont. Wanneer je kind nu veel smaken leert accepteren, dan is de kans groot dat hij ook later gevarieerd zal eten. En dat is goed voor zijn gezondheid!
Wat ervaart je baby bij de eerste hapjes? Hoe verloopt de smaakontwikkeling? Je leest het hier. Door middel van wat proefjes kun je het ook zelf ervaren. Verder geven we tips om het leren proeven makkelijker te maken. Maar geduld zal toch het allerbelangrijkste zijn.
Wat ervaart je baby bij de eerste hapjes?
Wanneer je kindje voor het eerst vaste voeding krijgt gebeurt er van alles. Bedenk dat borstvoeding en flesvoeding vooral zoet en romig is. Vaste voeding is opeens ook zuur of bitter. En wat te denken van al die gekke structuren in de mond? Ruw, hard, glad, droog, glibberig, fris, prikkelend, kleverig, noem maar op. Overigens zitten er wel verschillen in de smaak van borstvoeding, afhankelijk van wat de moeder heeft gegeten die dag. Kinderen die borstvoeding krijgen zijn daarom al wel een beetje gewend aan verschillende smaken, en wennen meestal iets makkelijk aan nieuwe hapjes.
Verder hebben baby's meer smaakpapillen dan volwassenen. Smaakpapillen zijn zenuwuiteinden op de tong die aan de hersens vertellen wat we proeven. Je kindje is dus gevoeliger voor smaak. Omdat je baby vooral zoet gewend is en deze gevoeligheid heeft, raden we aan om te beginnen met zachte smaken. Lees daarover meer bij
oefenhapjes.
Geduld tonen zal lonen
Met eerste hapjes ontdekt je baby een geheel nieuwe wereld. Daar kan hij veel plezier in hebben, maar het kan ook een beetje spannend zijn. Wees daarom begripvol en geduldig. Dwang bij het aanleren van nieuwe smaken werkt helemaal verkeerd. Met veel herhaling went je kind vanzelf aan een nieuwe smaak. Maak het eventueel op een andere manier klaar en als het bij één hapje blijft: prima. Soms zal je kind wel 10 keer moeten proeven voordat hij aan een smaak gewend is. Dat hoeft trouwens niet te betekenen dat hij alles superlekker vindt. Kinderen ontwikkelen namelijk ook persoonlijke smaakvoorkeuren.
Wees de peuterkoppigheid voor
De eerste 2 jaar van je kind zijn het belangrijkst voor de smaakontwikkeling. Alleen al omdat de meeste nul- tot tweejarigen graag nieuwe dingen proeven en zonder morren andere smaken accepteren, terwijl peuters daar uit koppigheid niet altijd zin in hebben. Het is dus slim om kinderen zo vroeg mogelijk kennis te laten maken met veel smaken.
Wat is een goede eter?
Er bestaat niet zoiets als een goede of slechte eter. Wel is het belangrijk dat een kind:
- gevarieerd eet
- passende hoeveelheden eet (volgens de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden)
- gezond eet volgens de Schijf van Vijf
- nieuwe smaken probeert
Een prettige en ontspannen sfeer aan tafel kan hieraan bijdragen. Het is niet gek als een kind niet alles lust. Ook hoeft het bord niet leeg. Soms hebben kinderen dagen waarop ze wat meer of minder trek hebben. Dat is heel normaal. Straf je kind daarom niet als hij iets niet wil eten. Volgende keer beter!
Tips en tricks
Hier nog een paar tips om het leren proeven makkelijk te maken:
- Start met zachte smaken en geef één smaak per keer. Lees meer bij oefenhapjes.
- Zien eten doet eten, vooral als ze ouders hetzelfde zien eten. Geef dus het goede voorbeeld.
- Iets wat je kind niet lekker vindt, gaat er makkelijk in als je het combineert met iets dat ze wel lekker vinden ernaast op het bord.
- Kleed het eten leuk aan als het er niet in wil. Een leuk lepeltje, een liedje, een mooi bordje, eten in een leuk vormpje: wees creatief.
- Als je kind iets niet lust, maak het dan eens op een andere manier klaar. Probeer bijvoorbeeld de ene keer een gekookte aardappel of groentesoort, en bak ze de andere keer. Maskeer het niet met bijvoorbeeld appelmoes of yoghurt.
- Laat je kind eens zelf het eten in zijn mond stoppen. Dit kan met een lepeltje of zijn handje, maar je kunt ook ongepureerd zacht eten geven. Zo leert je kind zelf te eten. Let erop dat je kindje zich niet verslikt. En wanneer je deze manier vaker gebruikt, moet je bij kindjes ouder dan 6 maanden erop letten dat ze niet alleen sabbelen, maar ook echt het eten binnenkrijgen.
Ervaar het zelf!
Hieronder geven we enkele simpele proefjes waarmee je een beetje kunt meemaken wat je kindje ervaart. Zo snap je hem beter, en kan je hem ook beter helpen bij het leren proeven. Tip: organiseer een (digitale) avond met andere ouders waarop je de onderstaande proefjes uitvoert. Dat is meteen een goede gelegenheid om ervaringen en tips uit te wisselen.
Proefje 1: zuur na zoet
Je baby is de zoete smaak van melk gewend. De friszure smaak van bijvoorbeeld appel is dan écht heel anders. Laat staan een citroen. In dit proefje merk je dat iets zuurder smaakt nadat je iets zoets hebt gehad. Omdat je kindje meer smaakpapillen heeft, zal zijn smaakbeleving van zuur daar dichter bij in de buurt komen. En dat terwijl hij vooral zoet gewend is! Het is verder handig om in je hoofd te houden dat wanneer je kindje bijvoorbeeld eerst een hapje banaan krijgt (zoet) en snel erachteraan wat sinaasappel (zuur), het zure harder aankomt.
Doe proefje 1 (klik hier)
Om een beetje te beleven wat je baby beleeft kun je het volgende doen:
- Zet een schaaltje yoghurt klaar en thee met suiker.
- Proef eerst een lepel yoghurt en onthoud goed hoe zuur dit smaakt.
- Neem nu een slokje van de zoete thee.
- Neem nu weer een lepel yoghurt. Proef je dat het zuurder is?
- En neem nu opnieuw een slokje zoete thee. Smaakt die net zo zoet als daarvoor? Of lijkt het zoeter?
sluiten
Proefje 2: structuurverschillen
In dit proefje onderzoek je hoeveel variatie er is in structuren. En je baby moet daar allemaal aan wennen: een hele klus. Verder is het duidelijk dat één product anders kan smaken als je het anders klaarmaakt. Dat kan komen doordat de structuur anders is, maar ook omdat de smaak anders wordt als je iets kookt. Probeer daarom eens om een product anders klaar te maken als je kind iets niet lust.
Doe proefje 2 (klik hier)
Structuur en hoe je een hapje klaarmaakt heeft invloed op de smaakbeleving. In dit proefje sta je daar even bij stil:
- Leg een stukje wortel, (ongekookte) broccoli, paprika en tomaat op een bordje.
- Neem het stukje wortel in je hand en proef een beetje. Het is glad en smaakt zoet. Omdat het zoet is vinden veel kinderen een worteltje lekker. Worteltjes kun je rauw eten (fijn geraspt) en voelt dan knapperig en koud in de mond. Gekookt zijn ze zacht en warm in de mond.
- Over naar de broccoli. Je ziet en voelt dat broccoli een heel andere structuur heeft. Er is een verschil tussen broccoli kort koken (knapperig) en lang koken (zacht/week, bitter).
- Komkommer is weer heel waterig, zonder veel smaak.
- En hoe zou je het tomaatje omschrijven? Snijd het tomaatje open. De binnenkant is zacht en de buitenkant iets harder. Als je het kookt en pureert is het een beetje glibberig.
- Paprika is net als tomaat rood, maar hoe zou je paprika verder kunnen beschrijven? Is het sappig, droog, knapperig, zacht, glad? Weet je wat er met paprika gebeurt als je het kookt?
sluiten
Proefje 3: Wát is dát? Het onbekende leren kennen
Zou jij trek hebben in spaghetti met meelwormen? Waarschijnlijk niet. Toch is het in sommige culturen een normaal gerecht, maar voor ons is het anders en eng. Bedenk dat voor je kind een nieuw hapje net zo anders en eng kan zijn. Niet zo gek dus dat er af en toe vieze gezichten getrokken worden. Help je kind bij het leren kennen van nieuw, vreemd eten door zelf met smaak te eten: “mmm, kijk mama neemt ook een hapje”. Laat je baby al vanaf jongs af aan bij je aan tafel zitten om te zien hoe jij smult van al het eten op je bord.
Doe proefje 3 (klik hier)