Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek

Borstvoeding afbouwen

Na 6 maanden is borstvoeding niet meer het enige wat je kind nodig heeft. Als je na 6 maanden langzaam overgaat op steeds meer vaste voeding, past de borstvoeding zich aan: je bouwt dan de borstvoeding heel geleidelijk samen met je kind vanzelf af. Je kunt ook beslissen te stoppen met borstvoeding: dan bouw je doelbewust af.
Hoe werkt afbouwen in deze gevallen, en wat kun je dan het beste geven in plaats van borstvoeding?

Het afbouwen van borstvoeding kost tijd. Bouw het langzaam af.

Vanzelf ‘afbouwen’

Je kunt doorgaan met borstvoeding geven zolang jij en je kindje dat willen. Vanaf 6 maanden heeft je kind niet meer genoeg aan alleen borstvoeding. Vaste voeding zal een steeds belangrijkere plaats innemen. Hoe meer gewoon eten en drinken je kind krijgt, hoe minder hij om borstvoeding zal vragen. Het afbouwen van borstvoeding gaat zo heel geleidelijk. De hoeveelheid moedermelk neemt namelijk vanzelf af zodra je kind grotere maaltijden mee gaat eten.

Opbouwen van vaste voeding

Hoe de overgang gaat van volledige melkvoeding naar vaste voeding lees je bij de 'Eerste hapjes'. Tussen 4 en 6 maanden kun je beginnen met oefenhapjes.

(Deels) stoppen met borstvoeding geven

Wil je borstvoeding (gedeeltelijk) afbouwen, dan kun je dit het beste geleidelijk doen. Zo geef je je borsten de tijd om de hoeveelheid melk aan te passen. Hierdoor heb je minder last van stuwing en minder kans om een borstontsteking op te lopen.

Elke 5 tot 7 dagen kun je een borstvoeding vervangen door 1 voeding met kunstvoeding. Na 10 tot 14 dagen heb je dus 2 borstvoedingen vervangen door 2 kunstvoedingen, na 15 tot 21 dagen zijn 3 borstvoedingen vervangen door kunstvoeding, enzovoorts. Omdat je kind zo steeds minder vaak uit de borst drinkt, neemt de melkproductie langzaam af.

Je kunt er voor kiezen om niet alle borstvoedingen af te bouwen. Je geeft dan bijvoorbeeld alleen ‘s ochtends en ‘s avond nog de borst. De andere melkvoedingen vervang je door kunstvoeding. De kans bestaat dat de borstvoeding uiteindelijk toch meer terugloopt dan je wilt, omdat niet vaak genoeg wordt aangelegd. Als je dat niet wilt kun je een paar dagen weer vaker aanleggen, of overdag een keertje kolven. Tip: vervang de borstvoeding(en) die jij het minst handig vindt.

Wat geef je in plaats van borstvoeding?

Een kind jonger dan 6 maanden geef je ‘volledige zuigelingenvoeding’. Vanaf 6 maanden geef je ‘opvolgmelk’ als drinkmelk in de fles of beker en voor pap. Vanaf 1 jaar kun je gewone melk geven (zoals koemelk of geitenmelk) als belangrijkste melkbron.

Lees meer over het geven van flesvoeding

Minder eten

Als je gaat afbouwen, ga dan ook geleidelijk minder eten. Zo voorkom je dat je aankomt. Lees meer over gezond eten tijdens de borstvoeding