Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Zoetstoffen

Zoetstoffen zijn stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om ze zoeter te maken. Er bestaan meer dan 15 goedgekeurde zoetstoffen. Sommige komen in de natuur ook voor, bijvoorbeeld in bessen of citrusvruchten. Er zijn ook zoetstoffen die in de natuur niet voorkomen en die gemaakt worden in een fabriek. 

Alle zoetstoffen die in producten gebruikt worden, hebben een E-nummer. De Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) beoordeelt of de stoffen veilig gebruikt kunnen worden. Vervolgens krijgen ze van de Europese Commissie een E-nummer. Er zijn verhalen in omloop die mensen waarschuwen voor zoetstoffen zoals aspartaam. Deze verhalen zijn vaak gebaseerd op verkeerde conclusies en onzorgvuldige onderzoeken. 

Producten met aspartaam zijn niet geschikt voor mensen met ‘phenylketonurie’(PKU). Verder kan overmatig gebruik van polyolen een laxerend effect hebben.

Wat zijn zoetstoffen?

Zoetstoffen vervangen suiker, of een deel daarvan, in bijvoorbeeld frisdranken, sap, yoghurt en jam. Ze zorgen ervoor dat deze producten even zoet smaken als producten waar meer suiker in zit, maar ze bevatten minder calorieën. Zoetstoffen zijn ook los verkrijgbaar als zoetjes, poeder of oplossing. Alle zoetstoffen die in producten gebruikt mogen worden, hebben een E-nummer. Zoetstoffen zonder E-nummer komen niet in een product terecht.

Welke zoetstoffen zijn er?

Polyolen en intensieve zoetstoffen

Er zijn 2 soorten zoetstoffen: polyolen en intensieve zoetstoffen. 

  • Polyolen zijn niet-intensieve zoetstoffen. Ze zijn half zo zoet tot even zoet als suiker. De smaak lijkt erg op die van suiker en ze hebben geen bijsmaak, zoals de meeste intensieve zoetstoffen. De opname van polyolen in de dunne darm is gering. De polyolen leveren wel calorieën, maar ongeveer 2 keer zo weinig als suiker: rond de 2,4 kcal per gram (polyolen) ten opzichte van 4 kcal per gram (suiker). Alleen erytritol (E968) levert geen calorieën. Diverse polyolen komen in de natuur voor, bijvoorbeeld in planten en bomen (E967 xylitol), fruit (E968 erytritol) en paddenstoelen (E421 mannitol). De meeste polyolen worden kunstmatig gemaakt uit zetmeel en suikers. Xylitol (E967) wordt gewonnen uit houtvezels.  
  • Intensieve zoetstoffen zijn 30 keer (E952 cyclamaten) tot wel 37.000 keer (E969 advantaam) zoeter dan suiker. Ze leveren geen of nauwelijks calorieën, omdat je maar een klein beetje nodig hebt voor de smaak. De meeste intensieve zoetstoffen worden kunstmatig gemaakt in een fabriek door verschillende stoffen te bewerken. Thaumatine (E957), neohesperidine-DC (E959) en steviolglycosiden (E960) worden gewonnen uit de natuur. E957 wordt gewonnen met zaden van een boom, E959 uit sinaasappelschil en E960 uit de ‘steviaplant’. 

Overzicht zoetstoffen

Hieronder staat welke zoetstoffen gebruikt worden. Er staat achter welk E-nummer de zoetstof heeft.

Polyol E-nummer 
Sorbitolen  
E420
Mannitol E421
Isomalt E953 
Polyglycitolstroop E964 
Maltitolen E965  
Lactitol  E966 
Xylitol  E967  
Erytritol E968  
Intensieve zoetstof  
Acesulfaam-K  E950
Aspartaam   E951
Cyclamaten  E952
Sacharinen  E954
Sucralose  E955
Thaumatine  E957
Neohesperidine-DC  E959
Steviolglycosiden  E960
Neotaam  E961
Aspartaam-acesulfaamzout   E962
Advantaam  E969

Wil je meer weten over een specifieke zoetstof en waar het inzit? Hieronder kun je het opzoeken. Je kunt zoeken op het E-nummer of op de naam van de stof. Er worden per E-nummer maximaal 8 producten aangegeven die een goede indruk geven waar de stof in kan zitten. Dit is geen volledige lijst, want sommige E-nummers worden aan heel veel producten toegevoegd.

Welk E-nummer zoek je?
Waar kan het in zitten?
    Andere namen voor E

    Zijn zoetstoffen veilig te gebruiken?

    Alle zoetstoffen die in voedingsmiddelen gebruikt mogen worden, hebben een E-nummer. De Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) beoordeelt of de stoffen veilig gebruikt kunnen worden. Vervolgens krijgen ze van de Europese Commissie een E-nummer.

    Verwarring rondom zoetstoffen

    Er zijn mensen die producten met zoetstoffen liever mijden. Dat komt vooral doordat er verhalen in omloop zijn die mensen waarschuwen voor E-nummers zoals de zoetstof aspartaam, omdat deze schadelijk voor de gezondheid zouden zijn. Deze verhalen zijn vaak gebaseerd op verkeerde conclusies en onzorgvuldige onderzoeken.

    Aspartaam

    Aspartaam is een zoetstof waarover in de media regelmatig verhalen verschijnen. Lees meer over de veiligheid van aspartaam.

    Mensen met PKU en aspartaam

    Producten met de zoetstoffen aspartaam of aspartaam-acesulfaamzout (E951 en E962) zijn niet geschikt voor mensen met de erfelijke aandoening fenylketonurie (PKU). Aspartaam bevat namelijk het aminozuur fenylalanine. PKU-patiënten kunnen dit niet afbreken, waardoor het zich opstapelt in de hersenen.

    Daarom moet er op producten met aspartaam of aspartaam-acesulfaamzout (E951 en E962) staan: “bevat aspartaam (een bron van fenylalanine)” of “bevat een bron van fenylalanine”. 

    Wat zijn de effecten van zoetstoffen?

    Minder calorieën met zoetstoffen

    De meeste polyolen leveren ongeveer 2 keer zo weinig calorieën als suiker. Erytritol en de intensieve zoetstoffen leveren helemaal geen of nauwelijks calorieën. Als je dus producten eet of drinkt waar de suiker is vervangen door zoetstoffen, krijg je met die producten minder calorieën binnen. 

    Krijg je van zoetstoffen overgewicht?

    In de media verschijnen soms berichten over een link tussen zoetstoffen en overgewicht. Het gaat dan bijvoorbeeld over onderzoek waarin mensen die zoetstoffen gebruiken worden vergeleken met mensen die geen zoetstoffen nemen. Uit sommige van die onderzoeken komt naar voren dat de mensen die zoetstoffen nemen een hoger gewicht blijken te hebben dan mensen die geen zoetstoffen nemen. Maar dit betekent nog niet dat zoetstoffen zorgen voor overgewicht. Het zou kunnen dat mensen die al overgewicht hebben juist meer zoetstoffen nemen omdat ze minder calorieën willen binnenkrijgen. Of dat mensen die veel zoetstoffen nemen over het geheel gezien andere leefgewoonten hebben, die alles bij elkaar zorgen voor overgewicht.

    Het sterkste bewijs komt van onderzoeken waarbij één groep mensen doelbewust een tijdje producten met zoetstoffen krijgt, en de andere groep een tijdje producten met suiker. Uit dit soort onderzoek blijkt dat mensen in de groep met zoetstoffen minder calorieën binnenkrijgen. Ook lijkt, in ieder geval op de korte termijn, het gewicht van mensen die te zwaar zijn af te nemen. Er is alleen niet voldoende bewijs om te kunnen zeggen dat zoetstoffen in plaats van suiker helpen voor de lange termijn om op gewicht te blijven of om overgewicht tegen te gaan. 

    Hebben zoetstoffen effect op de bloedsuikerspiegel?

    Producten met suiker zorgen voor een stijging van het bloedsuikergehalte. Ook stijgt de afgifte van insuline; dit gebeurt om de bloedsuikerspiegel weer in balans te brengen. Na het eten of drinken van producten met zoetstoffen in plaats van suiker, stijgt het bloedsuiker- en insulinegehalte minder. 

    Hebben zoetstoffen effect op de tanden?

    Producten waarin de suiker is vervangen door zoetstoffen zijn beter voor je tanden dan dezelfde producten met suiker. Zoetstoffen spelen namelijk in tegenstelling tot suiker geen rol bij het ontstaan van tandcariës (gaatjes). Zowel frisdranken met als zonder suiker bevatten echter wel zuren die tanderosie veroorzaken (aantasting van het tandglazuur). 

    Hebben zoetstoffen effect op de darmen?

    Het zou kunnen zijn dat zoetstoffen bijvoorbeeld effect hebben op de bacteriën die in de darmen aanwezig zijn. Veel van deze onderzoeken zijn alleen nog gedaan bij proefdieren. Meer onderzoek bij mensen is nodig om duidelijk te krijgen wat mogelijke effecten zijn van zoetstoffen op de darmen.

    Van de zoetstoffen polyolen is bekend dat deze bijna niet worden opgenomen in de dunne darm. In de dikke darm worden ze omgezet door bacteriën, waarbij verschillende gassen ontstaan. Ook trekken ze water aan. Bij een hoge inname kunnen polyolen daarom winderigheid en diarree veroorzaken. De één is hier gevoeliger voor dan de ander. Op levensmiddelen die meer dan 10% toegevoegde polyolen bevatten staat op het etiket dan ook de waarschuwing: ”overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben”.

    Wat is het advies voor het gebruik van zoetstoffen?

    Zoetstoffen zitten vaak in producten die niet in de Schijf van Vijf staan. Voor producten buiten de Schijf van Vijf geldt het advies; niet te veel en niet te vaak. Sommige mensen willen zoetstoffen of andere E-nummers liever vermijden. EFSA geeft aan dat producten met E-nummers veilig te eten zijn, maar er is ook niets op tegen om producten met E-nummers te laten staan.

    Wat is beter: suiker of zoetstof? 

    Normaal gebruik van suiker kan geen kwaad. EFSA geeft aan dat dit ook geldt voor zoetstoffen.

    Met bijvoorbeeld light-frisdrank in plaats van suikerhoudende frisdrank, of een zoetje in plaats van suiker in je koffie, krijg je minder calorieën binnen en stijgt je bloedsuiker- en insulinegehalte minder. Maar het vervangen van suikers door zoetstoffen alleen, is geen oplossing tegen overgewicht.

    Hoe weet je of zoetstoffen in een product zitten?

    Als in een product een zoetstof gebruikt is, dan staat deze bij de ingrediënten. Op het etiket staat de term ‘zoetstof’ gevolgd door de naam of het E-nummer. Bij voedingsmiddelen die één of meer zoetstoffen bevatten, staat verder op het etiket bij de naam van het voedingsmiddel ”met zoetstof(fen)” of “met suiker(s) en zoetstof(fen)”.  

    Wat betekent ‘clean label’?

    Steeds meer voedingsmiddelenfabrikanten willen hun producten een zogenaamd ‘clean label’ geven. Fabrikanten vermijden dan kunstmatig gemaakte stoffen of vermelden in plaats van het E-nummer, de volledige naam van de toegevoegde stof op het etiket. Dat mag volgens de wet. Dus in plaats van E950 zet een fabrikant dan ‘acesulfaam-K’ op het etiket. 

    Waarschuwingen op het etiket

    Voor PKU-patiënten staat op producten met aspartaam (E951 en E962) de waarschuwing: “bevat aspartaam (een bron van fenylalanine)” of “bevat een bron van fenylalanine”.

    Op levensmiddelen die meer dan 10% toegevoegde polyolen bevatten staat op het etiket de waarschuwing: ”overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben”.

     

    Meer informatie

    • Factsheet E-nummers: