Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Norovirus

Het norovirus is een zeer besmettelijk virus dat een voedselinfectie kan veroorzaken.

Het norovirus kan voorkomen in rauwe schaal- en schelpdieren en rauwe groente en fruit. De meeste besmettingen gaan van mens op mens. 

Besmetting kan voorkomen worden door handen regelmatig te wassen, schaal- en schelpdieren goed te verhitten en groente en fruit grondig onder stromend water te wassen.

Omschrijving

Norovirussen zijn zeer besmettelijke virussen die een voedselinfectie kunnen veroorzaken. Norovirussen worden ook wel Norwalk virussen genoemd, en zijn onderdeel van een grotere groep Calicivirussen. 

Gezondheidseffecten

In Nederland worden jaarlijks ongeveer 600.000 mensen ziek van norovirussen. De meeste mensen worden ziek in de winter. Ongeveer 45% van de mensen die besmet is met het norovirus krijgt buikklachten. De andere 55% heeft er geen last van. Maar zij kunnen het virus wel overdragen. 

Het norovirus is een ziekmaker die veel voorkomt in de koude maanden. Bekend zijn de uitbraken in zorginstellingen, scholen of cruiseschepen. Niet zelden raken dan tien tot honderden mensen tegelijk besmet. Maar het virus steekt ook thuis de kop wel eens op.

Klachten

Het norovirus zorgt voor opkomende misselijkheid, braken en diarree. Klachten beginnen tussen 15 en 48 uur nadat iemand het virus binnenkrijgt. Het braken is vaak heftig, en kan heel plotseling optreden. Ook koorts, hoofdpijn, buikpijn en buikkramp komen voor. 

De verschijnselen gaan in de meeste gevallen vanzelf over na 1 tot 4 dagen. Bij kwetsbare groepen, zoals kleine kinderen, zwangeren, ouderen en mensen met een verzwakt afweersysteem, kunnen de klachten langer duren. 

Over het algemeen is een norovirus infectie wel erg vervelend, maar niet gevaarlijk. Heel soms moeten mensen opgenomen worden in het ziekenhuis vanwege uitdrogingsverschijnselen door braken en diarree. Bij kwetsbare groepen kunnen de klachten ernstiger zijn. Zij hebben meer kans op uitdroging. Het is voor hen vooral belangrijk om veel te drinken.

Veiligheid

Het norovirus zit vooral in rauwe schaal- en schelpdieren, zoals rauwe oesters en mosselen. Dit kan komen doordat deze in besmet water gekweekt zijn. Verder kunnen ook rauwe groente en fruit besmet zijn door het gebruik van besmet water. Met name zacht fruit, zoals bosvruchten, is gevoelig voor besmetting. Je kunt niet zien of ruiken of het voedsel besmet is. Het virus sterft door verhitting boven de 70°C. Of eten ingevroren is of is geweest, maakt niet uit. Het virus overleeft kou.  

60% van de besmetting met norovirussen gaat van mens op mens. Het virus komt door contact met braaksel of ontlasting op de handen terecht. Als handen niet goed worden gewassen verspreidt het virus zich verder. Zo komt het bijvoorbeeld ook terecht op deurklinken of speelgoed. Als een besmet persoon voedsel klaarmaakt, kan het virus ook via het eten nieuwe mensen besmetten. De meeste besmettingen ontstaan zo, ongeveer een zesde van alle besmettingen ontstaan door besmet voedsel.    

Het virus verspreidt zich ook via de lucht. Norovirussen zijn enkele dagen voor en na de uitbraak besmettelijk. 

Voedingsadvies

Om besmetting met het norovirus te voorkomen gelden de volgende adviezen: 
  • Eet geen rauwe schaal- en schelpdieren, zoals oesters en mosselen. 
  • Was groente en fruit grondig onder stromend water. 
  • Was je handen goed met warm water en zeep na toiletgebruik, voor voedselbereiding, voor het eten en vooral na het opruimen van braaksel en ontlasting.     

Als iemand besmet is gelden de volgende adviezen:

  • Laat een zieke indien mogelijk een apart toilet gebruiken tot 4 dagen na het verdwijnen van de klachten. 
  • Maak minimaal elke dag het toilet schoon met een bleekwateroplossing. Doe dit van schoon naar vies. Dus eerst de deurknop, lichtschakelaar, kraanknop en spoelknop. Vervolgens het spoelreservoir, buitenkant toilet, wanden en vloer. Als laatste de toiletbril en binnenzijde toilet. 
  • Was besmette materialen zoals beddengoed, vieze kleren of speelgoed zo snel mogelijk op minimaal 60 °C en strijk het wasgoed na het drogen. Laat iemand met buikgriep tot 4 dagen nadat hij klachtenvrij is geen eten klaarmaken voor anderen.  
  • Vermijd direct lichamelijk contact tussen de zieke en andere personen tot 4 dagen na het verdwijnen van de symptomen.    

Neem contact op met de huisarts in geval van uitdrogingsverschijnselen.

Meer informatie

Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu: www.rivm.nl 
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit: www.nvwa.nl 
European Food Safety Authority: www.efsa.europa.eu