Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Biologisch

Bij de productie van biologisch voedsel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met milieu en dierenwelzijn. Zo worden mestoverschotten voorkomen en krijgen dieren meer ruimte dan in de gangbare veeteelt en landbouw.

Biologische producten zijn herkenbaar aan de keurmerken: EKO, Europees biologisch en Demeter. Veel supermarkten hebben ook eigen biologische logo's ontwikkeld. Maar op de verpakking moet sowieso het Europees biologisch-keurmerk zijn afgebeeld.

Over het algemeen zijn biologische producten en niet-biologische producten net zo gezond en veilig.

Wat is biologisch?

Bij de productie van biologisch voedsel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met milieu en dierenwelzijn. In allerlei voorschriften en eisen is vastgelegd wat daaronder wordt verstaan. In Nederland moeten biologische producten aan de Europese Verordening voor biologische productie voldoen. Het instituut Skal controleert of de voorschriften worden nageleefd.

Eisen aan de biologische productie

  • Veehouders gebruiken biologisch voer voor hun dieren.
  • Veehouders hebben een diervriendelijke werkwijze: ze geven hun dieren meer ruimte dan in de gangbare veehouderij gebruikelijk is.
  • Dieren krijgen over het algemeen minder vaak antibiotica. De leefomstandigheden van het dier zijn erop gericht om de natuurlijke weerstand zoveel mogelijk te bevorderen. 
  • Boeren gebruiken geen genetische modificatie. Het gebruik van genetisch gemodificeerde ingrediënten, enzymen en diervoer is uitgesloten. Dit wordt in strijd geacht met het natuurlijke karakter van de biologische landbouw.
  • Gewassen worden uitsluitend geteeld op grond en bijvoorbeeld niet op water of op een kunstmatige ondergrond zoals steenwol. Het aantal dieren dat wordt gehouden is in evenwicht met het grondoppervlak. De mest moet kunnen worden gebruikt op het eigen land of op land van andere boeren in de streek zodat er geen mestoverschot ontstaat.
  • De natuurlijke kringloop wordt in stand gehouden. Mest wordt verspreid over het land en zorgt voor voedingsstoffen voor de gewassen. Zo kan er op het land voedsel voor de mensen groeien en voer voor het vee. Niet-gemengde bedrijven als akkerbouwbedrijven of varkenshouderijen werken met elkaar samen om een kringloop te vormen: de mest van het veebedrijf gaat naar het akkerbouwbedrijf en het akkerbouwbedrijf levert weer stro en voer aan het veebedrijf.
  • Biologische gewasbescherming bestaat uit de combinatie van het inzetten van natuurlijke vijanden (denk aan sluipwespen), bestrijdingsmiddelen van natuurlijke oorsprong en mechanische bestrijding, zoals het wieden van onkruid. 
  • Sommige boeren gebruiken rassen die minder gevoelig zijn voor plagen en ziekten.
  • Boeren wisselen verschillende soorten gewassen op een stuk land af: wisselteelt. Wanneer er een plaag is helpt het op deze manier om gewassen te planten die minder gevoelig zijn voor plagen. De plaag verdwijnt dan weer.

Naast biologische landbouw bestaat er biologisch-dynamische landbouw. Deze kent een aantal aanvullende eisen. Lees meer over biologisch-dynamische landbouw.

Eisen voor biologische verwerking

  • Biologische producten met meerdere ingrediënten (samengestelde producten) mogen niet-biologische ingrediënten bevatten als de biologische niet goed beschikbaar zijn. Maximaal 5% van de ingrediënten mag niet-biologisch zijn. Biologische wijn is wel altijd helemaal biologisch.
  • Verwerkers gebruiken geen chemische kleur-, geur-, en smaakstoffen. De ingrediënten zijn zoveel mogelijk biologisch. Alleen technologisch onmisbare E-nummers van natuurlijke oorsprong zijn toegestaan. Welke dat precies zijn, kun je nalezen in bijlage V, deel A van de Europese Verordening. Sommige stoffen in deze lijst worden als ingrediënten beschouwd. Als ze niet-biologisch zijn, is er dus ook maximaal 5% in het eindproduct toegestaan.
  • Bij de productie worden zo min mogelijk proceshulpstoffen gebruikt. Dit zijn stoffen die niet in het product zelf zitten, maar worden gebruikt bij de productie, bijvoorbeeld om de structuur van een product te veranderen. Bij de biologische productie zijn alleen hulpstoffen toegestaan die technologisch onmisbaar zijn. Zo mag biologische suiker niet gebleekt worden. Bij de productie van biologisch brood mag gebruik gemaakt worden van niet-genetisch gemodificeerde enzymen.
  • Producten worden niet doorstraald om ze langer houdbaar te maken. De biologische sector wijst dit af, omdat deze methode niet natuurlijk wordt geacht.
  • Biologische kant-en-klare vlees- en zuivelvervangers mogen niet verrijkt worden met micronutriënten zoals calcium. Dat is alleen toegestaan als het technologisch noodzakelijk is of als het product anders niet voldoet aan voedingsvoorschriften.
  • Wil je meer weten over de eisen aan dierenwelzijn in de biologische veehouderij? Ga dan naar onze Boodschappenhulp Dierenwelzijn.  

Hoe herken je biologische producten?

Biologische producten zijn in de winkel herkenbaar aan de volgende keurmerken op het etiket:

Biologische producten zijn in de winkel herkenbaar aan de volgende keurmerken op het etiket: EKO, Europees Biologisch en Demeter

Is biologisch voedsel gezonder?

In het algemeen is niet aangetoond dat biologisch voedsel gezonder is dan gangbaar voedsel.

Onderzoek naar individuele producten laat zien dat biologische producten in het algemeen minder resten van bestrijdingsmiddelen bevatten en soms minder nitraat dan gangbare producten. In sommige biologische producten zijn hogere gehaltes gemeten aan vitamine C, mineralen en bioactieve stoffen.

Ook kan de vetzuursamenstelling van melk anders zijn. Het bevat meer meervoudig onverzadigde vetzuren (CLA, omega-3), beta-caroteen en vitamine E. Dit geldt voor alle koeien met weidegang. Het is echter niet aan te geven hoe groot de verschillen tussen biologische en reguliere producten precies zijn. De variatie tussen biologische producten is groot en dit hangt ook af van seizoen, regio en gebruikte rassen. Verder bepaalt niet een enkel product maar het hele voedingspatroon hoe gezond iemand eet.

Is biologisch voedsel veiliger?

Over het algemeen zijn biologische producten en niet-biologische producten even veilig. 

Op de volgende punten onderscheiden biologische producten zich positief ten opzichte van gangbare producten: 

  • Biologische groenten bevatten soms minder nitraat, mogelijk doordat ze beperkt worden bemest.
  • De kans dat er te veel resten van diergeneesmiddelen in biologische melk- en vleesproducten zitten, is klein. Biologische boeren gebruiken wel minder structureel diergeneesmiddelen en wachten langer dan 'gangbare' boeren voordat een dier dat geneesmiddelen heeft gehad, wordt gemolken of geslacht, zodat een nog groter deel van het geneesmiddel uit het dier zal zijn verdwenen. 
  • In de biologische landbouw kunnen dieren zich meer natuurlijk gedragen. Dat levert minder stress op en een betere natuurlijke weerstand. De dieren worden minder snel ziek en herstellen eerder bij infecties. Als dieren trager groeien en langer leven, kunnen ze over bepaalde infecties heen groeien, zoals een infectie met salmonella. Daarmee is het risico op salmonellabesmetting bij consumenten ook kleiner.  

Op de volgende punten onderscheiden biologische producten zich negatief ten opzichte van gangbare producten: 

  • Biologisch gehouden dieren kunnen naar buiten en komen daardoor in contact met dieren in de omgeving. Daardoor lopen ze in theorie meer kans besmet te worden met bijvoorbeeld salmonella of campylobacter of een parasiet, zoals toxoplasma. Overigens geldt dit ook voor producten uit andere houderijsystemen waar de dieren een uitloop hebben, zoals bij scharrel-met-uitloopeieren, graseieren en scharrelvlees.  
  • Biologische eieren bevatten gemiddeld meer dioxine bevatten dan niet-biologische eieren. Een mogelijke verklaring is dat biologische kippen met de grond die ze buiten oppikken meer dioxine binnenkrijgen. Het probleem speelt niet bij vleeskuikens. Die leven zo kort dat ze weinig dioxine opbouwen in hun vetweefsel.

Gangbaar en biologisch komt overeen op dit punt: 

  • In biologische granen worden geen hogere gehalten aan schimmelgifstoffen aangetroffen. Dat wordt weleens ten onrechte verondersteld, omdat de biologische landbouw geen chemische bestrijdingsmiddelen tegen schimmel gebruikt.