Wat zijn de nadelen van het bewerken van voeding?
Het bewerken van voeding kan ook nadelen met zich meebrengen:
- Wanneer bijvoorbeeld suiker, verzadigde vetten of zout worden toegevoegd, worden de voedingswaarden van een voedingsmiddel ongunstiger.
- Er kunnen door bewerking vezels, vitamines of mineralen verloren gaan, waardoor de positieve gezondheidseffecten minder kunnen worden of verloren gaan. Zo worden bij het maken van sap bijvoorbeeld de vezels eruit gefilterd of gaat een deel van de vitamine C verloren wanneer je fruit en groente pureert tot een smoothie.
- Tijdens bepaalde bewerkingsprocessen kunnen soms nieuwe stoffen in voedingsmiddelen ontstaan. Een voorbeeld hiervan is acrylamide, in bijvoorbeeld chips en koek. Bij mensen kan een hogere inname van deze stof mogelijk schadelijk zijn.
Is bewerkte voeding gezond?
Of een product gezond is of niet hangt niet alleen af van de mate van bewerking. Als je eet volgens de adviezen van het Voedingscentrum kies je vooral voor onbewerkte of minder bewerkte producten uit de Schijf van Vijf. Denk bijvoorbeeld aan groente, fruit, ongezouten noten en kraanwater. Maar er zijn ook producten die in de Schijf van Vijf staan die je als bewerkt of ultra-bewerkt kan zien. Zoals 30+ kaas, halvarine of voorverpakt volkorenbrood.
Over het algemeen bevatten de meeste sterk bewerkte producten veel calorieën en veel toegevoegd suiker, zout, totaal en/of verzadigd vet. Daarnaast zie je vaak dat deze producten weinig vezels, vitamines en mineralen bevatten. Wanneer een voedingspatroon veel ultrabewerkte producten bevat, zie je vaak dat de voedingskwaliteit lager is. Er zijn vanuit wetenschappelijk onderzoek dan ook aanwijzingen dat het eten en drinken van veel ultrabewerkte voeding samenhangt met gewichtstoename, cardiovasculaire ziekten, diabetes type 2 en overlijden. Daarnaast laten een aantal onderzoeken zien dat er mogelijk een samenhang bestaat tussen ultrabewerkte voeding en een hoger risico op een hoge bloeddruk, kanker en depressie. Maar dit kunnen we met minder zekerheid zeggen, omdat hier minder onderzoek naar gedaan is.
Wat precies de reden is dat ultrabewerkte voeding samenhangt met negatieve gezondheidsuitkomsten is nog niet helemaal duidelijk. Er zijn verschillende theorieën. Zo kan bijvoorbeeld de lage voedselkwaliteit van deze producten een rol spelen, het hoge gehalte aan calorieën en de mindere mate van verzadiging. Experimenteel onderzoek laat bijvoorbeeld het effect op verzadiging zien. Wanneer proefpersonen ultrabewerkte maaltijden voorgezet krijgen en zelf mogen bepalen hoeveel ze hiervan eten, eten en drinken ze veel meer calorieën dan wanneer ze een niet tot nauwelijks bewerkte maaltijden krijgen. En dat terwijl beide soorten maaltijden dezelfde hoeveelheid energie en voedingsstoffen bevatte.
Er lijkt wel een verschil te zijn in de gezondheidseffecten van verschillende soorten ultrabewerkte voedingsmiddelen. Zo laat een groot onderzoek uit 2024 zien dat bewerkt vlees en gezoete en suikerrijke dranken mogelijk een hoger risico op hart- en vaatziekten geven. Terwijl ultrabewerkt brood, bepaalde soorten ontbijtgranen, bepaalde hartige snacks, yoghurt en andere zuiveltoetjes juist het omgekeerde lieten zien. Er is meer onderzoek nodig om meer te weten te komen over deze verschillen.
Is bewerkte voeding duurzaam?
De mate van bewerking bepaalt niet of een product duurzaam is of niet. Het grootste deel van de impact op het klimaat en milieu wordt veroorzaakt door het verbouwen van gewassen of het houden van vee. Dit betekent dat het voor duurzaamheid belangrijker is wat er in een bewerkt product zit dan of en hoeveel het bewerkt is. Bewerkt voedsel waar veel dierlijke producten als boter, zuivel, ei en/of vlees in zitten, bijvoorbeeld schnitzel of 30+ kaas, hebben een hogere impact dan producten die gemaakt zijn van plantaardige ingrediënten zoals volkorenbrood of kant-en-klare vleesvervangers. Daarnaast zijn ook de voedingsstoffen in het product van belang. Wanneer een product niet bijdraagt aan een gezond voedingspatroon is het ook niet goed voor het klimaat. Het maken van een product heeft altijd impact op de aarde, en wanneer je een product niet nodig hebt voor je gezondheid is die impact onnodig.
Het bewerken van verse producten zoals het invriezen of conserveren van groente en fruit zorgt ervoor dat het langer houdbaar is en er minder voedsel wordt verspild. Door de bewerking kunnen we producten eten die niet in het seizoen zijn maar wel uit de volle grond komen. De milieu-impact van groente en fruit is het laagste wanneer je deze in het seizoen eet, want het invriezen of conserveren kost extra uitstoot van broeikasgassen in vergelijking tot versproducten. Maar als je buiten het seizoen bijvoorbeeld spinazie of sperziebonen wilt eten kun je beter voor spinazie of sperziebonen uit de vriezer of een pot kiezen dan verse. Deze komen namelijk op dat moment uit een verwarmde kas of het buitenland.
Als we kijken naar hoe we in Nederland nu eten, zien we dat het voedingspatroon van mensen die veel sterk bewerkte voeding eten en drinken iets meer broeikasgassen uitstoot dan dat van mensen die dit niet doen. Vooral het drinken van sterk bewerkte dranken zoals frisdrank of alcoholische dranken zorgt voor een hoger broeikasgasuitstoot. Dit komt doordat mensen die veel bewerkte dranken drinken dit als extraatjes aan hun voedingspatroon toevoegen. Verder eten en drinken ze ongeveer hetzelfde als mensen die minder of geen frisdrank en andere bewerkte dranken drinken. Hierdoor is de milieu-impact van hun voedingspatroon hoger.
Is bewerkte voeding veilig?
Al het eten en drinken in Nederland moet voldoen aan wet- en regelgeving voor veiligheid. Een bewerking kan bijdragen aan veiligheid door schadelijke bacteriën of virussen te doden, zoals bij het goed verhitten van rauwe melk. Ook kunnen schadelijke stoffen door verhitten onschadelijk worden gemaakt zoals de natuurlijke gifstof lectine in peulvruchten. Conserveringsmiddelen, die bijvoorbeeld in de vorm van E-nummers zoals natriumnitraat worden toegevoegd, of zout zijn voor sommige producten belangrijk om ervoor te zorgen dat schadelijke bacteriën zoals Clostridium botulinum niet kunnen uitgroeien.
Een bewerking kan soms ook zorgen voor de aanmaak van schadelijke stoffen. Bij het verhitten van zetmeelrijke producten, bijvoorbeeld het bakken van aardappelen, kan acrylamide ontstaan. Of de vorming van PAK's (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) bij het roken van producten. Voor deze stoffen gelden maximale wettelijke normen om ervoor te zorgen dat je hier niet snel te veel van binnenkrijgt.
Wat vindt het Voedingscentrum van bewerkte voeding?
De aard en mate van bewerking is niet 1 op 1 te vertalen naar hoe gezond of duurzaam een product is. Er kunnen zowel voordelen als nadelen zitten aan het bewerken van producten. Producten die geclassificeerd worden als bewerkt of zelfs ultrabewerkt, kunnen toch in een gezond voedingspatroon passen. Alle bewerkte voeding mijden is onmogelijk en niet nodig. Maar het eten van te veel sterk bewerkte producten die veel calorieën, suiker, verzadigd vet en/of zout bevatten, is niet gezond. Je lichaam heeft deze producten niet nodig en sommige producten hebben zelfs bewezen negatieve gezondheidseffecten. Daarnaast hebben al deze producten onnodig impact op het milieu omdat je ze niet nodig hebt voor je gezondheid.
Als je eet volgens de adviezen van het Voedingscentrum, dan maak je volop gezonde en duurzame keuzes uit de Schijf van Vijf. Af en toe sterk bewerkte voeding zoals een koekje, ijs of chips kan er dan ook gewoon bij, maar niet te veel en niet te vaak. Over het algemeen is kiezen voor minder bewerkt eten en zelf koken met verse producten een goede vuistregel als je gezonder en duurzamer wilt eten.