Praat met elkaar op een rustig,
ongedwongen moment en als je kind lekker in zijn vel zit. Bijvoorbeeld in de auto, tijdens een
wandeling of tijdens het koken.
Verwoord je zorgen vanuit de ik-vorm. Bijvoorbeeld: 'Ik maak me zorgen over de
hoeveelheid snoep die je eet, ik zou het daar graag met je over hebben'.
Vraag naar de mening van je kind en
luister hiernaar zonder je eigen mening te geven. Bijvoorbeeld: hoe kijk jij hiernaar? Wat
is jouw gevoel als ik dit zeg?
Erken de mening van je kind en toon
begrip. Bijvoorbeeld: 'Ik snap dat het moeilijk
is om de verleiding van snoep te weerstaan, zeker als je vrienden het ook
eten'.
Nodig je kind uit om samen een oplossing
te vinden. Geef hierbij de kaders aan. Schrijf alle ideeën op, of ze nou reëel
zijn of niet. Bijvoorbeeld: 'Zullen we samen nadenken
over een oplossing of afspraak?'
Noteer samen de gemaakte afspraken. Bijvoorbeeld: hoeveel snoep jullie
normaal vinden en waar jullie het snoep bewaren.
Vraag wat je kind van jou nodig heeft
zodat het ook lukt om zich aan de afspraak te houden. Bijvoorbeeld door niet te veel snoep in huis
te halen, het snoep goed uit het zicht
op te bergen, of 1 keer per week een herinnering te geven.
Spreek af wanneer jullie de afspraak
evalueren en laat het tot die tijd los. Probeer oog te hebben voor wat wel goed
gaat.
sluiten