Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W Y Z
Encyclopedie A-Z

Smaakversterkers

Smaakversterkers zijn stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om een smaak intenser of beter te maken. Ze versterken bijvoorbeeld een zoete of hartige ('umami') smaak of remmen juist een zoute, zoete, zure of bittere smaak. Als in een product smaakversterkers gebruikt zijn, dan staat de naam van de stof of het E-nummer op het etiket.

Alle smaakversterkers die in producten gebruikt worden hebben een E-nummer. De Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) beoordeelt of de stoffen veilig gebruikt kunnen worden. Vervolgens krijgen ze van de Europese Commissie een E-nummer.

E-nummerzoeker

Meer weten over een specifiek E-nummer? Hieronder kun je het opzoeken. Je kunt zoeken op het E-nummer of op de naam van de stof. Er worden per E-nummer maximaal 8 producten aangegeven die een goede indruk geven waar de stof in kan zitten. Dit is geen volledige lijst, want sommige E-nummers worden aan heel veel producten toegevoegd. 
Welk E-nummer zoek je?
Waar kan het in zitten?
    Andere namen voor E

    Wat zijn smaakversterkers en waarom worden ze toegevoegd aan voedsel?

    Fabrikanten voegen smaakversterkers toe aan voedingsmiddelen om ze lekkerder te laten smaken. Alle smaakversterkers hebben een E-nummer. Smaakversterkers zonder E-nummer komen niet in een product terecht.

    Er zijn verschillende soorten smaakversterkers.

    Glutaminezuur en glutamaten (E620 tot en met E625) 

    Glutamaten komen van nature voor in oude kaas, moedermelk, tomaten en sardientjes. Glutamaten zijn combinaties van glutaminezuur (E620) met andere stoffen. Glutaminezuur is een aminozuur. Aminozuren komen ook veel in je lichaam voor. Ze zitten in eiwitten in je lichaam, maar ook in dierlijke producten zoals varkensvlees, rundvlees, kip en vis. Het glutaminezuur dat in voedingsmiddelen wordt gebruikt, wordt gemaakt met behulp van bacteriën. Glutaminezuur en glutamaten hebben de speciale umamismaak. Ze worden gebruikt om de hartige smaak van producten te versterken, waardoor minder zout nodig is. Hoewel de naam een relatie met gluten suggereert bevatten de stoffen geen gluten. Producten waarin deze stof verwerkt kan zijn, kunnen dus gebruikt worden door mensen met coeliakie of glutensensitiviteit. Bij de productie van mononatriumglutamaat (E621) kunnen genetisch gemodificeerde organismen worden gebruikt.

    Alleen glutamaat heeft een zogenaamde ‘umamismaak’. Er zijn dus geen alternatieven voor. Sommige fabrikanten willen geen glutamaat of het E-nummer op het etiket zetten. Ze voegen dan ingrediënten toe met een hoog gehalte aan glutamaat, zoals gistextract of zeewier bijvoorbeeld, om toch de umamismaak te krijgen.

    Ribonucleotiden: guanylzuur en guanylaten (E626 tot en met E629)

    Guanylzuur komt van nature voor in DNA en dus in alle cellen van elk levend wezen. Het wordt gewonnen uit gistextract en soms uit sardientjes. Guanylaten zijn combinaties van guanylzuur met andere stoffen. Guanylzuur en de guanylaten vallen onder de ribonucleotiden. Deze worden gebruikt om de umamismaak van producten te versterken, waardoor veel minder zout nodig is. Er zijn enkele gevallen bekend waarbij een overgevoeligheidsreactie optrad na het eten van deze stof. Omdat deze stof soms gewonnen worden uit dierlijke producten, is deze in sommige gevallen niet geschikt voor veganisten, vegetariërs en sommige religies.

    Ribonucleotiden: inosinezuur en inosinaten (E630 tot en met E633) 

    Inosinezuur wordt gewonnen uit vlees en sardientjes. Het wordt ook wel gemaakt door een bacterie uit suiker. Inosinaten zijn combinaties van inosinezuur met andere stoffen. Inosinezuur en inosinaten vallen onder de ribonucleotiden. Deze worden gebruikt om de umamismaak van producten te versterken, waardoor veel minder zout nodig is. Er zijn enkele gevallen bekend waarbij een overgevoeligheidsreactie optrad na het eten van deze stof. Omdat deze stof soms gewonnen worden uit dierlijke producten, is deze in sommige gevallen niet geschikt voor veganisten, vegetariërs en sommige religies.

    Ribonucleotiden

    • E634 Calcium-5’-ribonucleotide en E 635 Dinatrium-5’-ribonucleotide 

    Ribonucleotiden zijn een combinatie van guanylaten en inosinaten. Guanylaten en inosinaten zijn op hun beurt weer combinaties van guanylzuur (E 626) en inosinezuur (E 630) met andere stoffen. Ribonucleotiden worden gebruikt om de umamismaak van producten te versterken, waardoor veel minder zout nodig is. Er zijn enkele gevallen bekend waarbij een overgevoeligheidsreactie optrad na het eten van deze stof. Omdat deze stof soms gewonnen worden uit dierlijke producten, is deze in sommige gevallen niet geschikt voor veganisten, vegetariërs en sommige religies.

    • E640 Glycine en natriumglycinaat

    Komt van nature voor in eiwitten in je lichaam, maar ook in dierlijke producten zoals vlees. Het wordt kunstmatig gemaakt uit gelatine en slachtafval. Het wordt gebruikt om de zoete smaak van producten te versterken en een zoute, zure of bittere smaak te remmen. Aangezien het wordt gemaakt uit dierlijke producten is het niet geschikt voor veganisten, vegetariërs en sommige religies.

    • E650 Zinkacetaat

    Zink is een spoorlement  en komt van nature voor in vlees, kaas, graanproducten, noten en schaal- en schelpdieren. Het wordt kunstmatig gemaakt door stoffen te bewerken. Het wordt gebruikt om kauwgom een wrange smaak te geven en remt een zoete of bittere smaak.

    Waar kunnen smaakversterkers in voorkomen?

    In de onderstaande lijst worden maximaal 8 producten aangegeven die een goede indruk geven waar een stof in kan zitten. Dit is geen volledige lijst, want sommige smaakversterkers worden aan veel producten toegevoegd. Wil je van andere E-nummers weten waar ze inzitten? Kijk bij onze achtergrondinformatie over E-nummers.

    Smaakversterker

    E-nummer

    Waar kan het inzitten? 

    Glutaminezuur en glutamaten

    E620 t/m E625

     

    Zuivelproducten, brood, koek en gebak, frisdranken, snacks, voedingssupplementen, zoutvervangers, kruiden

    Ribonucleotiden

    E626 t/m E635

    Zuivelproducten, brood, koek en gebak, frisdranken, snacks, voedingssupplementen, zoutvervangers, kruiden

    Glycine en natriumglycinaat

    E640

     

    Zuivelproducten, brood, koek en gebak, frisdranken, snacks, voedingssupplementen, zoetjes

    Zinkacetaat

    E650

    Kauwgom

    Overige smaakversterkers

    Er zijn ook toevoegingen die naast een andere functie ook als smaakversterker toegevoegd kunnen worden. Dit zijn:

    • E334 L(+)Wijnsteenzuur
    • E355 Adipinezuur
    • E356 Natriumadipaat
    • E357 Kaliumadipaat
    • E363 Barnsteenzuur
    • E508 Kaliumchloride
    • E920 L-Cysteïne
    • E950 Acesulfaam-K
    • E951 Aspartaam
    • E957 Thaumatine
    • E959 Neohesperidine-DC
    • E961 Neotaam
    • E968 Erytritol

    Zijn smaakversterkers slecht voor je gezondheid?

    De Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) beoordeelt of de stoffen veilig gebruikt kunnen worden. Vervolgens krijgen ze van de Europese Commissie een E-nummer. 

    Overgevoeligheid en glutamaat

    Sommige mensen melden overgevoeligheidsreacties na het eten van bepaalde voedingsmiddelen, zoals hartkloppingen en hoofdpijn, en wijten dat aan een hoge gevoeligheid voor glutamaat. Hoewel er geen bewijs is dat je van glutamaat hartkloppingen krijgt, blijkt uit enkele studies dat bij een hoge dosis sommige mensen gevoeliger kunnen zijn voor glutamaat dan anderen. 

    Waar ze ook door veroorzaakt worden: overgevoeligheidsreacties kunnen ernstige overlast geven. Als dergelijke reacties optreden, raden we aan om contact op te nemen met de huisarts of een allergoloog zodat goed onderzocht kan worden wat de oorzaak is.

    Zout

    Het is niet goed voor de gezondheid om te veel zout binnen te krijgen. Dit zorgt voor een verhoogde bloeddruk en hangt samen met een grotere kans op hart- en vaatziekten. Voedingsmiddelenfabrikanten zijn daarom bezig het zoutgehalte van hartige producten te verlagen. Door het toevoegen van glutamaat kan met 40% minder zout toch een vergelijkbare smaak gegeven worden. 

    Hoe worden smaakversterkers gecontroleerd op veiligheid?

    In de Europese verordening die gaat over het gebruik van E-nummers, staat aan welke levensmiddelen de verschillende smaakversterkers mogen worden toegevoegd. Ook staat er in wat het maximum toegelaten gehalte is. De in de EU toegelaten smaakversterkers zijn uitgebreid onderzocht op veiligheid door de WHO en de EFSA

    Lees meer over de veiligheidseisen van E-nummers.

    Kun je producten met smaakversterkers beter niet eten?

    Sommige mensen willen smaakversterkers of E-nummers toch liever vermijden. Het is voor mensen die geen klachten ervaren niet nodig smaakversterkers of E-nummers te vermijden volgens EFSA, maar er is niets op tegen. Voedingsmiddelen met veel toegevoegde smaakversterkers of E-nummers staan vaak niet in de Schijf van Vijf, en voor producten buiten de Schijf van Vijf geldt het advies: niet te veel en niet te vaak.

    Hoe weet je of er smaakversterkers in een product zitten?

    Als in een product een smaakversterker gebruikt is, dan staat dit bij de ingrediënten. Op het etiket staat de term ‘smaakversterker’ gevolgd door de naam van de stof of het E-nummer.

    ‘Clean label’

    Steeds meer voedingsmiddelenfabrikanten willen hun producten een zogenaamd ‘clean label’ geven. Fabrikanten vermijden dan kunstmatig gemaakte stoffen of vermelden in plaats van het E-nummer, de volledige naam van de toegevoegde stof op het etiket. Dat mag volgens de wet. Dus in plaats van E650 zet een fabrikant dan ‘zinkacetaat’ op het etiket. 

    Of fabrikanten voegen alternatieven voor bepaalde E-nummers toe, bijvoorbeeld gistextract als vervanging van E621 (glutamaat). In gistextract zit namelijk van nature een relatief hoge concentratie glutamaat, dus daarmee krijg je dezelfde hartige, ‘umami’-smaak. Als er gistextract in een product zit in plaats van glutamaat, dan noemt de fabrikant gistextract in de ingrediëntendeclaratie.