Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek

Omgaan met moeilijke eters: oorzaken en oplossingen

Vind je kind maar weinig lekker en schuift die het bord weg zodra het op tafel staat? Of zegt die na 1 hap al: ‘Ik zit vol’! Het zijn herkenbare situaties voor veel ouders. Er zijn verschillende oorzaken voor kieskeurig eetgedrag. Op deze pagina lees je meer over wat je kunt doen om fijnere eetmomenten te creëren.

Kleinere energiebehoefte

Vanaf 1 jaar groeien kinderen minder hard. Het is daarom heel normaal dat ze rond deze leeftijd ineens minder om eten vragen of snel vol zitten. Er is simpelweg minder energie nodig om te groeien. Sommige kinderen zijn van nature geen grote eters. Als je kind goed groeit en een vrolijke indruk maakt, dan is er meestal geen reden tot zorg. Wil je weten hoeveel voeding kinderen vanaf 1 jaar ongeveer nodig hebben? Vul dan onze 'Schijf van Vijf voor jou-tool' in. Eet je kind weinig en twijfel je of die wel goed groeit? Neem dan contact op met het consultatiebureau om dit te bespreken.

  • Vermijd grote tussendoortjes.
  • Geef over de dag verspreid vaker iets kleins en voedzaams zoals groente en fruit.
  • Dwing je kind niet om te eten omdat die anders kan gaan opzien tegen de maaltijd waardoor er nog minder gegeten wordt.
  • Schep een kleine portie op. Kinderen vinden het niet leuk als ze hun bord niet kunnen leegeten. Door kleine porties op te scheppen voelt je kind een overwinning als het lukt om alles op te eten. Er kan altijd meer opgeschept worden.
sluiten

Het humeur van je kind

Is je kind moe, niet zo lekker, verdrietig, erg afgeleid of vindt je kind iets spannend? Het kan allemaal invloed hebben op hoeveel jouw kind eet en hoe het eetmoment verloopt. Alle kinderen hebben soms een slechte dag. Leg de lat niet te hoog op deze momenten.

  • Geef steun en troost. 
  • Laat los hoeveel er gegeten wordt of dat er iets nieuws geproefd moet worden. Geef geen ander eten als daarom gevraagd wordt. Kinderen onthouden dit en zullen dat later opnieuw vragen. Een dag wat minder eten is helemaal niet erg.
  • Zie jij een patroon bij je kind? Bijvoorbeeld: op elke dinsdag is je kind erg moe van twee lange dagen opvang of school achter elkaar? Zorg dan dat je iets klaarmaakt op de dinsdagen wat je kind lekker vindt. Dit zijn niet de dagen om iets nieuws te proberen. 
sluiten

Sterke eigen wil

Ieder kind ontwikkelt de behoefte om dingen zelf te doen. Dat hoort bij het proces van zelfstandig worden. Sommige kinderen voelen die behoefte al heel vroeg of heel sterk. Andere kinderen vinden het wel makkelijk als anderen alles voor ze doen. Als jouw kind alles graag zelf wil doen, geldt dat waarschijnlijk ook voor het eten. Je kind wil dan veel helpen tijdens het koken, het opscheppen en zelf eten. Ook als dat nog niet altijd lukt of goed gaat. Zodra jij het overneemt kan er strijd ontstaan. Laat je kind binnen jouw kaders veel zelf doen als die dat graag wil.
  • Zorg dat je kind gedurende de dag veel kans krijgt om dingen zelf te doen. Dan wordt het makkelijker voor je kind om het soms ook los te laten. Alles zelf doen kan nu eenmaal niet.
  • Je kunt je kind op allerlei manieren controle geven, binnen jouw kaders. Probeer wat werkt voor jullie. Laat je kind bijvoorbeeld meehelpen in de keuken, kiezen welk bordje en zelf opscheppen.
  • Beperk het aantal regels, dus denk goed na wat voor jou de belangrijkste regels zijn en wees daarmee duidelijk en consequent. 
sluiten

Voedselneofobie (angst voor nieuw voedsel)

Vanaf ongeveer 1,5 jaar kunnen kinderen een angst voor onbekend voedsel ontwikkelen, ook wel voedselneofobie genoemd. Ze worden zich bewuster van hun omgeving, leren of kunnen al lopen en gaan de wereld om hen heen ontdekken. Dat is leuk en spannend tegelijkertijd.

In deze fase worden kinderen van nature voorzichtiger en soms angstiger waardoor ze niet meer alles in de mond stoppen. Dat is heel handig bedacht van de natuur, want daardoor zijn ze beter beschermd voor gevaar. Aan tafel is dat alleen wat minder handig, want kinderen kunnen echt bang zijn voor onbekend eten. Sommigen zijn van nature angstiger dan anderen en hebben hier misschien wat meer last van.

  • Timing is belangrijk: iets nieuws proeven lukt alleen als je kind positieve signalen laat zien. (zie positieve signalen)
  • Bied altijd iets aan bij de maaltijd dat bekend is en veilig voelt. Bijvoorbeeld iets dat je kind al lust en lekker vindt.
  • Bied niets anders aan als je kind daarom vraagt of niet veel wil eten. Anders leert die dat er altijd een alternatief zal zijn waardoor er geen nieuwe dingen worden geprobeerd. 
  • Werk met kleine stappen: elke aanraking met eten is van belang. Denk aan kijken, ruiken, likken en een knuffel voeren. Laat je kind het tempo bepalen. Complimenteer je kind met elke overwinning.
  • Schep kleine porties op, dat ziet er overzichtelijk uit voor je kind. Meer mag altijd.
  • Gebruik een vakjesbord. Kinderen kunnen angstig worden als ze niet precies zien wat er op hun bord ligt. Alle ingrediënten los aanbieden kan goed werken.
  • Geef controle aan je kind binnen jouw kaders: laat zelf bestek vasthouden, zelf een bordje uitkiezen, zelf bepalen op welke dag er iets nieuws geproefd wordt en hoeveel hapjes. Controle geven aan je kind betekent niet dat je kind alles mag bepalen.
  • Maak het proeven leuk en positief: betrek bijvoorbeeld de knuffels erbij, speel een spelletje, beloon met stickers.
  • Wees duidelijk en consequent: hierdoor weet je kind waar het aan toe is. Een vaste routine helpt hierbij. Voorspelbaarheid betekent minder angst. Het klinkt misschien streng, maar je kind heeft het meeste aan jou als je duidelijk en consequent bent.
sluiten

Eetmomenten observeren

Door maaltijdmomenten te observeren kun je veel leren over het gedrag van je kind en de oorzaak van het eetgedrag. Schrijf alles op wat je opvalt, zoals het tijdstip waarop jullie eten, wat jullie eten en waar jullie eten. Maar let ook op de onderstaande signalen van je kind.

Signalen van zin in eten

  • Smakken
  • Op zoek gaan naar eten
  • Enthousiast bewegen bij het zien van eten
  • Kijken of ruiken aan het eten

Signalen van geen zin in eten:

  • Hoofd wegdraaien
  • Spelen of gooien met eten
  • Langzamer eten
  • Afwijzend reageren als jullie gaan eten

De signalen van geen zin hebben in eten gaan vaak vooraf aan het moment dat het ‘mis’ gaat. Noteer vanaf welk moment het ‘mis’ gaat en wat er dan precies gebeurt. Het is belangrijk om signalen van je kind te herkennen, zodat je weet welke tips je het best kunt toepassen voor jouw situatie. Heb je het idee dat er iets anders speelt neem dan contact op met het consultatiebureau.

sluiten

Aan de slag met het 'Leren-lusten-plan'

Is je kind ouder dan 4 jaar en lust het nog niet zoveel? Voor sommige kinderen werkt het goed om samen een stappenplan te maken waarmee je afspreekt welke nieuwe dingen je kind gaat proeven. Misschien werkt het ook voor jullie? Samen met opvoedkundige en kinderpsycholoog Tischa Neve heeft het Voedingscentrum dit Leren-lusten-plan ontwikkeld.