Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek
Apps en tools

Prijsmaatregelen voor gezonder en duurzamer eten

Een prijsverhoging op suikerhoudende dranken kan ervoor zorgen dat mensen daar minder van kopen. Een  prijsverlaging op groente en fruit kan de verkoop daarvan juist verhogen. Uit onderzoek lijkt ook naar voren te komen dat prijsmaatregelen mogelijk kunnen werken om mensen te stimuleren minder vlees te kopen.

Eventuele prijsmaatregelen zullen altijd onderdeel moeten zijn van een integrale aanpak, waarbij ook voorlichting, kennisoverdracht, productherformulering en de aanpak van de omgeving een belangrijke rol spelen.

Wat is prijselasticiteit?

Prijzen van voedingsmiddelen hebben een effect op de aankoop en consumptie hiervan. De sterkte van dit effect wordt uitgedrukt in de prijselasticiteit; de mate waarmee de vraag naar een product verandert als gevolg van een verandering in prijs.

De laatste jaren zijn er in verschillende landen - zowel binnen als buiten Europa - belastingen ingevoerd op voedingsmiddelen die veel suiker bevatten, zoals suikerhoudende frisdrank, en ook op producten met veel zout, vet en cafeïne. Belastingen en accijnzen (ook wel ‘tax’ of ‘taks’) zijn maatregelen om door prijsverhoging de aankoop van een product te verlagen en daarmee een gezonder of duurzamer eetpatroon te stimuleren. Ook kan een taks zorgen voor herformulering van producten. De producent kan hiermee voorkomen dat zijn product duurder wordt.

De invoering van een frisdranktaks in Engeland (april 2018) lijkt als neveneffect te hebben dat frisdrankfabrikanten minder suiker in hun frisdrank verwerken.

Lees meer over suikertaks

Hoe kun je sturen op prijs?

Het sturen van de prijs op voedingsmiddelen kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Zo kan er een prijsverhoging worden doorgevoerd die afhankelijk is van de aanwezigheid van één specifiek nutriënt, zoals suiker of zout. Dat is ingewikkeld. Wanneer producenten van een bepaald nutriënt minder toevoegen kan dit er voor zorgen dat zij meer van een ander nutriënt toevoegen. Bijvoorbeeld een verlaging van de hoeveelheid verzadigd vet die wordt gecompenseerd met meer suiker of zout. Ook de natuurlijke aanwezigheid van bepaalde nutriënten in voedingsmiddelen, maakt dit ingewikkeld.

Prijsmaatregelen kunnen ook worden doorgevoerd voor bepaalde voedingsmiddelen of productcategorieën, bijvoorbeeld op basis van hun positieve dan wel negatieve bijdrage aan de gezondheid of het milieu. Denk hierbij aan prijsverhogingen op suikerhoudende dranken, snoep of vlees, en prijsverlagingen voor groente en fruit.

Advies WHO

Een meta-review van 11 systematische reviews uitgevoerd in opdracht van Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) concludeert dat prijsverhogingen of -verlagingen effectief zijn in het veranderen van de aankoop of consumptie van voedingsmiddelen. De sterkste en meeste consistente effecten werden gezien voor prijsverhoging op suikerhoudende dranken en prijsverlaging op groente en fruit.

Op basis hiervan stelt de WHO in een rapport uit 2016 dat er redelijk en toenemend bewijs is voor het effect van fiscale maatregelen op koop- en eetgedrag. Zij adviseren om een taks te introduceren op suikerhoudende dranken en ongezonde voedingsmiddelen (verzadigd vet, suiker en zout) en subsidie op fruit, groenten en/of ander gezonde voedingsmiddelen.

Prijsverandering moet groot genoeg zijn

Over het algemeen is de aankoop van eten en drinken relatief ongevoelig voor prijsschommelingen. Consumenten zijn daar niet erg gevoelig voor. Dat betekent dat veranderingen in de prijs hoog of laag genoeg moeten zijn om effect te hebben op aankoop.

Prijselasticiteit suikerhoudende dranken

De prijselasticiteit voor suikerhoudende frisdranken zit tussen de -0,9 en -1,3. Dit betekent dat een prijsstijging van 10% leidt tot een daling in de aankoop van 9% tot 13%. De WHO stelt dat een verhoging van de prijs van suikerhoudende dranken van 20% tot een afname van consumptie van ongeveer 20% kan leiden en daarmee bijdraagt aan preventie van overgewicht en diabetes type 2. 

Prijselasticiteit groente en fruit

Voor fruit en groenten is deze prijselasticiteit kleiner, gemiddeld namelijk -0,48 en -0,49. Dit betekent dat bij een prijsverlaging van 10% men hier ongeveer 5% meer van gaat kopen. Een combinatie van het verhogen van de prijs van ongezond eten en het verlagen van de prijs op gezond eten lijkt het best te werken. Daarbij is een minimale prijsaanpassing van 10 tot 15% nodig. 

Prijselasticiteit vlees

Uit modellen komt naar voren dat het kopen van vlees relatief prijsinelastisch is. Als dat inderdaad klopt, dan is er een relatief grote prijsverandering van 20 tot 30% nodig voordat veranderingen in aankoop zichtbaar zijn. Alternatieven van vlees stimuleren, kan de prijselasticiteit mogelijk wel verhogen. Dan moeten deze wel echt als alternatieven worden gezien. Bijvoorbeeld qua prijs of smaak. Omdat het tot nu toe alleen met modellen is getest, moedigt het Voedingscentrum aan het in de praktijk te testen.

Geen garanties

Wanneer consumenten worden blootgesteld aan een prijsverandering kan dit leiden tot een afname of toename van de aankoop van dit voedingsmiddel. Echter, dit betekent niet dat men automatisch meer of minder neemt van dit product of dat het voedingspatroon verbetert. Wanneer ongezonde producten duurder worden gemaakt, kunnen consumenten overstappen naar goedkopere varianten van zo’n product. Dit gebeurt als producten voor elkaar kunnen worden ingewisseld. Daarnaast bestaat er het risico dat consumenten het uitgespaarde geld aan ongezonde keuzes gaan besteden.

De effecten die belastingmaatregelen in het buitenland hebben gehad of met een modellering zijn nagebootst, geven geen garantie dat dit ook in de Nederlandse situatie zou werken. Dit hangt van veel factoren af, zoals de hoogte van de prijsmaatregel, de beschikbaarheid van alternatieve voedingsmiddelen, de relatieve prijs van eten, het bestedingspatroon en andere veranderingen in kosten van levensonderhoud.

In de praktijk

In 2024 is  een soort suikertaks in Nederland ingevoerd. Het is nog afwachten welke effecten dat zal hebben op het gebruik van frisdrank in Nederland.

Conclusie

Er is toenemend bewijs dat prijsmaatregelen op voeding het aankoopgedrag beïnvloeden.

De prijselasticiteit van voedingsmiddelen is relatief laag. Dit betekent dat een kleine prijsaanpassing niet veel effect heeft op het aankoopgedrag van de consument. De prijsverhoging of -verlaging moet dus groot genoeg zijn.

Een combinatie van het verhogen van de prijs van ongezonde en niet-duurzame producten en het verlagen van de prijs op gezondere en duurzamere producten zou het beste werken. In hoeverre hiermee het voedingspatroon gunstig wordt beïnvloed, is nog onvoldoende onderzocht. Met andere woorden: het is niet duidelijk of mensen netto ook meer gezondere producten en minder ongezonde producten gaan consumeren.

De effecten die deze maatregelen in Nederland zouden hebben zijn lastig te voorspellen. Dit hangt af van veel factoren, zoals de hoogte van de prijsmaatregel, de beschikbaarheid van alternatieve voedingsmiddelen, de relatieve prijs van eten, het bestedingspatroon en andere veranderingen in kosten van levensonderhoud.
Tekstkader met afbeelding

Gedragsexpert Voedingscentrum Liesbeth Velema: een kleinere gehaktbal is ook goed

“Groente en fruit goedkoper maken is een populair idee. Maar ik zie dat sommige prijsmaatregelen gevoeliger liggen in de samenleving, zoals meer vragen voor frisdrank en vlees. Dat snap ik ook goed, niemand wil dat boodschappen duurder worden. Bovendien framen sommige mensen dit soort ideeën als betutteling. Maar het probleem is dat de prijzen van gezonde en ongezonde etenswaren zich niet tot elkaar verhouden. En dáár kan de overheid bijsturen. Het is bovendien een onderdeel van alle maatregelen waarmee iedereen nu en in de toekomst veilig, gezond en duurzaam kan eten.

Ik denk dat het zou helpen als deze bijsturing beter wordt toegelicht, want de negatieve framing van prijsmaatregelen vind ik volkomen onterecht. Als we blijven eten wat we nu eten, dan hebben we 4 aardbollen nodig. En het gaat er niet om dat we allemaal veganist moeten worden. Als iedereen wat vaker een wrap met bonen eet zijn we al een eind. En daar kan de prijs bij helpen.

Prijs is één van de belangrijke factoren in ons koopgedrag en dat geldt ook als we eten kopen. We laten ons bij het boodschappen doen leiden door aanbiedingen. En aangezien ongeveer 80% van de aanbiedingen in de supermarkt voor producten zoals cola, chips, hamburgers en karbonades zijn, is ons koopgedrag redelijk ongezond en niet duurzaam. We worden niet alleen door aanbiedingen en prijzen gestuurd, of betutteld, zo je wil. Ook hoe de winkel is ingericht maakt uit. Dus zo vrij ben je niet in het maken van je keuzes.

In de jaren 50 was vlees nog een luxe. Nu kopen we kippenvleugels per emmer en vinden we dat normaal. Door die verschuivende norm zien veel mensen niet in dat een tweede pak slavinken voor de halve prijs eigenlijk helemaal niet past bij hoe de wereld en het klimaat ervoor staat.

De overheid kan de keuze-architectuur in de supermarkt een beetje terug in balans brengen. En misschien helpt als we het anders noemen. Wat dacht je van een ‘keuze-correctie’? Of een ‘behoud-de-aarde-bijtelling’? En zoals een lezer van de Telegraaf reageerde: ‘Ik eet geen gehaktbal minder, maar die bal zal door de prijs wel een stuk kleiner zijn dan dat hij was.’ En dat is nou precies waar het om gaat.”