Hoe voorkom je dat kinderen steeds om ongezonde tussendoortjes vragen? Hoe houd je het gezellig aan tafel? En hoe zorg je ervoor dat je kind veel soorten groente leert eten? Als kinderen al vroeg over gezonde eetgewoonten leren, helpt dat bij het ontwikkelen van een gezond eetpatroon. Op deze pagina geven we 10 tips die hierbij kunnen helpen, handig voor jezelf en het hele gezin.
1. Geef zelf het goede voorbeeld
Kinderen doen hun ouders na en dat geldt niet alleen voor jonge kinderen. Als jij gezond eet, zal je kind dat ook eerder doen. Je bewust zijn van jouw voorbeeldrol is de eerste stap.
2. Zorg voor een gezonde thuisomgeving
Als er vooral gezond eten en drinken in huis is, wordt het makkelijker om gezond te eten. Je kind wordt niet continu verleid om ongezond te eten. Dat geldt natuurlijk ook voor jezelf. Bovendien leer je je kind op deze manier dat gezond eten normaal is.
3. Zorg voor vaste eet- en drinkmomenten
Vaste eetmomenten zorgen voor duidelijkheid en geven structuur aan de dag. Een voorbeeld van een goede dagindeling is: ontbijt, tussendoortje, lunch, tussendoortje en warme maaltijd. Hierdoor leert je kind om niet de hele dag door te eten en drinken. Dat is ook beter voor de tanden.
4. Maak
duidelijke regels over eten
Door regels te maken over eten, weet je kind waar hij aan toe is. Dat geeft rust voor jou en je gezin. Eten doen we aan tafel bijvoorbeeld, of als tussendoortje eten we fruit of groente. En wat doe je bijvoorbeeld bij speelafspraakjes? Mag er wel gesnoept worden als je kind een vriendje mee naar huis neemt? Ook voor dit soort situaties zijn regels goed.
5. Leg uit
Als kinderen begrijpen
waarom gezond eten belangrijk is, zullen ze ook sneller geneigd zijn gezond te
eten. Als je kind snapt waarom er regels zijn over eten en drinken, dan is de
kans ook groter dat ze er begrip voor hebben.
6. Laat je kind vaak proeven
Wil je kind een bepaalde groente niet eten? Weet dan dat een kind soms wel 10 keer hetzelfde moet proeven voordat het aan een nieuwe smaak is gewend. Geef dus niet te snel op en heb geduld.
7. Beloon goed gedrag
Heeft je kind iets geproefd wat hij niet lekker vond? Of heeft hij een hele dag niet gezeurd om snoep? Of was het heel gezellig tijdens het eten? Goed gedrag kun je belonen. Beloon liever niet met eten, zoals een toetje.
8. Maak gezond eten leuk
Plezier in eten is belangrijk! Door gezond eten aantrekkelijk te maken, verleid je je kind om gezond te eten. Hoe meer plezier jullie samen hebben in eten, des te makkelijker wordt het ook om gezond op te voeden.
9. Laat je kind helpen bij
het voorbereiden van de maaltijd
Je kunt je kind al vroeg laten helpen bij het klaarmaken van een maaltijd. Denk aan meehelpen kiezen wat jullie gaan eten, boodschappen doen en koken. Dat is leuk, leerzaam en vaak willen kinderen dan eerder proeven.
10. Troost je kind met aandacht
Heeft je kind pijn of verdriet? Troosten werkt het
beste met aandacht. Liever niet met eten.
Heb geduld
Iets nieuws leren vraagt tijd, geduld en aandacht. Net zoals leren fietsen, zwemmen of lezen. Gaat het een keer niet zo goed? Probeer het later weer, het hoeft niet elke dag perfect, als de basis maar gezond is. Misschien merk je dat het lastig is voor je kinderen om zich aan een bepaalde regel te houden. Of misschien vind je dat er ondanks de afspraken te veel gesnoept wordt. Als het wat minder loopt, doe dan een stapje terug.
Blijf positief
Als je boos of geïrriteerd bent, probeer dan niet te emotioneel te reageren naar je kind. Zoek naar manieren om met je boosheid of irritatie om te gaan, bijvoorbeeld door jezelf af te leiden. Houd de belangrijke regels in je achterhoofd. Je hoeft ook niet overal de strijd over aan te gaan. Geef jezelf en je kind de tijd. Je hoeft niet alles meteen op te lossen.
Kijken en bijstellen
Blijft eten een probleem? Het is soms goed om van een afstandje te kijken naar de situatie en niet meteen te reageren. Observeer de maaltijden die juist wel goed gaan. Wat is er anders aan deze maaltijden?
Het kan aan van alles liggen, let bijvoorbeeld op:
- Wie is erbij? En wie zit naast wie?
- Wat wordt er gegeten? Is het iets dat je kindje al lust, of is het iets nieuws?
- Hoe laat wordt er gegeten?
- Waar wordt er gegeten?
- Hoe is de sfeer aan tafel?
- Hoe zit iedereen in zijn vel?
- Waar wordt over gesproken?
Door te observeren wat er gebeurt op een goed moment, leer je wat werkt en wat minder goed werkt. Dit kun je vervolgens ook op andere momenten toepassen. Blijft het lastig? Dan kun je altijd hulp vragen van je omgeving of van een professional, zoals een (kinder)psycholoog op opvoeddeskundige.