Voedingscentrum.nl maakt gebruik van cookies. Waarom? Lees onze uitleg.
Menu
Zoek

Minder geld van de overheid: Voedingscentrum moet fors inkrimpen

22 mei 2025

Geen schoolkantinebezoeken meer, geen wijkbijeenkomsten, geen actieve ondersteuning voor huisartspraktijken en geen advies voor mensen met bijvoorbeeld diabetes of hart- en vaatziekten. Het is een greep uit de maatregelen die het Voedingscentrum moet nemen. We krijgen minder subsidie. Daardoor verliezen we ruim een kwart van onze organisatie en nemen we dit jaar afscheid van 21 medewerkers.

Dit raakt ons diep – als organisatie en collega’s natuurlijk. Maar vooral door de krimp in de voorlichting en ondersteuning die we kunnen geven voor gezonde, duurzame en veilige voedselkeuzes. We weten nu meer over de eerste gevolgen voor onze activiteiten.

3 miljoen minder

Het Voedingscentrum is volledig afhankelijk van subsidie van de ministeries VWS en LVVN. Daarmee kunnen wij op onafhankelijke wijze burgers en professionals informeren over gezonde, veilige en duurzame voeding. Van VWS krijgen we vanaf 2026 zo’n 25 procent minder subsidie. De verwachting is dat ook vanuit het ministerie van LVVN de subsidie flink zal afnemen. We koersen daarmee af op een begroting van ruim 3 miljoen euro minder in 2026.

Focus op preventie

We kiezen ervoor om onze voorlichting te concentreren op preventie: het voorkomen van ziekten. Want daar ligt de grootste urgentie. De ongezonde eetomgeving leidt tot ongezond eten en drinken. Dat heeft grote gevolgen. Zo heeft in Nederland de helft van de volwassenen overgewicht. Meer dan een miljoen mensen hebben diabetes type 2. In een klas van 30 kinderen hebben gemiddeld 4 kinderen overgewicht. De zorgkosten lopen jaarlijks op tot 6 miljard euro.

Deze focus op preventie betekent tegelijkertijd dat we stoppen met onze voedingsadviezen voor als je ziek bent. Onze directeur Petra Verhoef vertelt waarom we hiervoor kiezen. “We willen niet inleveren op de kwaliteit van onze informatie en hulpmiddelen. Daarvoor is het nodig om keuzes te maken in de kennis die we onderhouden. Dit besluit valt ons zwaar. Maar we durven deze keuze te maken omdat we in Nederland betrouwbare en behulpzame gezondheidsfondsen, patiëntenverenigingen en diëtisten hebben.”

Terugtrekken uit praktijkomgeving

Minder financiering betekent dat we ons op veel plekken moeten terugtrekken uit de praktijkomgeving. We kunnen minder maatwerk bieden aan consumenten en professionals. We komen tijd en geld tekort om naar mensen toe te gaan. Dit betekent dat we ze meer op afstand zullen ondersteunen. Concrete maatregelen zijn bijvoorbeeld:

  • Het stopzetten van onze schoolkantinebezoeken. Daarmee hielpen we al 70% van de meer dan 1.800 Nederlandse schoolkantines in het voorgezet onderwijs en mbo aan een gezondere en duurzamere schoolkantine. Met bijvoorbeeld webinars en andere online middelen proberen we de ondersteuning voort te zetten.
  • Het terugschroeven van onze actieve inzet in de eerstelijnszorg, zoals huisartsenpraktijken. We kunnen deze doelgroep niet langer actief benaderen en bijstaan met scholing. Materialen die we wel blijven aanbieden, zijn alleen nog maar gericht op preventie.
  • Het vroegtijdig stoppen van onze bijeenkomsten in buurthuizen. Om gezondheidsverschillen te verkleinen willen we meer één-op-één contact met mensen die we normaal minder goed bereiken. Daarvoor waren we gestart met het ontwikkelen van een aanpak, waarbij we de wijk ingingen. Dit kost veel tijd en ruimte, wat we nu niet meer hebben. Alles wat we tot nu toe hebben ontwikkeld en geleerd zullen we zo goed mogelijk borgen. Hopelijk kunnen intermediairs in de wijk dit gebruiken om deze belangrijke doelgroep te bereiken.

Grote stap terug

Voor het Voedingscentrum voelen deze maatregelen als een grote stap terug. Petra licht toe waarom we deze keuzes toch maken. “Het zijn natuurlijk ongelooflijk moeilijke en pijnlijke beslissingen om te nemen. Onze gerichte en effectief bewezen aanpak in deze praktijken, vraagt relatief veel tijd en inzet. Die ruimte hebben we niet meer. Wij hebben naar alles wat wij als Voedingscentrum doen gekeken. Uiteindelijk hebben we de verantwoordelijkheid om een stabiele organisatie over te houden, die brede impact kan blijven maken. Een organisatie die betrouwbaar is en blijft, voor iedereen. En we blijven zoeken naar manieren waarop we gezondheidsverschillen kunnen verkleinen.”

Groot bereik

De afgelopen jaren hebben we laten zien dat we veel bereiken met onze adviezen en voorlichting. De vraag hiernaar blijft onverminderd groot, net als de noodzaak.

Zo werkt inmiddels bijna de helft van de kinderopvangorganisaties aan een gezonder en duurzamer aanbod. In 2024 zeiden 4 miljoen Nederlanders iets extra’s gedaan te hebben om voedselverspilling te verminderen. Onze apps zijn populair: meer dan 80% van alle zwangeren gebruikt de app Zwangerhap. De app Mijn Eetmeter had in 2024 zo'n 800.000 actieve gebruikers. Onze website heeft jaarlijks ruim 30 miljoen bezoeken.

Onze berichten op social media werden in 2024 ruim 43 miljoen keer getoond. We werkten vorig jaar mee aan meer dan 7.500 artikelen en reportages in de media. Onze campagne Eetvragen werd ruim 33 miljoen keer bekeken. In ons jaarverslag 2024 lees je meer over onze activiteiten.

Gezonde generatie

Petra: “Veel mensen in Nederland weten ons en onze middelen te vinden, in alle levensfasen. Daar blijven we ons voor inzetten. Tegelijkertijd kiezen we met een kleiner Voedingscentrum ook voor een focus op de volgende generatie. We zien dat we daar de meeste impact kunnen maken. Kinderen en jongeren hebben het nodig dat ze in een gezonde omgeving - fysiek én online - kunnen opgroeien. Zodat zij in staat zijn een leven lang gezonde keuzes te maken: voor zichzelf en de planeet.”

Samen met anderen

Onze resultaten bereiken we niet alleen. We werken al jaren samen met een sterk netwerk van partners, zowel landelijk als lokaal. Denk aan de GGD’en, scholen, gemeenten en allerlei professionals die mensen helpen met voeding, zoals diëtisten, gewichtsconsulenten, huisartsen, praktijkondersteuners, doktersassistenten, leefstijlcoaches, JGZ-professionals, verloskundigen en kraamverzorgenden.

Juist omdat we zelf minder naar de mensen toe kunnen, zullen we dit netwerk harder nodig hebben dan ooit. Daarnaast hebben overheid en voedselindustrie een grote taak om de gezonde en duurzame keuze vanzelfsprekend te maken. Ook zij kunnen blijven leunen op onze onafhankelijke expertise, die we al sinds 1941 leveren.

Noot voor de pers

Journalisten kunnen voor meer informatie contact opnemen met de persafdeling.