1. Bereid het gesprek goed voor
- Verdiep je in iemands leefsituatie, communicatievoorkeuren en behoeften.
- Bedenk goed wat je uit het gesprek wilt halen en welke vragen daarbij passen.
- Bedenk hoe je het gesprek wil openen.
2. Stel open en uitnodigende vragen in plaats van gesloten en sturende vragen
Bijvoorbeeld:
“Kun je me meer vertellen over hoe jullie avondmaaltijd eruitziet?”
“Hoe kijk jij naar gezond eten?”
In plaats van:
“Eten jullie ’s avonds groenten?”
“Vind jij dat het eten van groenten hoort in een gezond eetpatroon?”
3. Neem een motiverende en begripvolle houding aan en luister met volle aandacht en zonder oordeel
Geef niet direct advies, maar benoem het gevoel van het kind of ouder.
Bijvoorbeeld:
- “Je geeft aan dat je het moeilijk vindt om hierover te praten, kun je uitleggen waarom dat is?”
- “Ik merk dat je blij wordt als je praat over samen koken met je kind.”
4. Uit geen kritiek, maar reageer positief en sensitief
Focus op wat goed gaat door positieve gevolgen en sterke punten van het gedrag te benoemen en vergroot deze successen uit. Succeservaringen zijn belangrijk voor het doorzetten van een gedragsverandering.
Bijvoorbeeld:
“Het is niet gelukt om elke dag gezond te koken deze week, maar wat knap dat het je toch 3 dagen is gelukt ondanks dat je weinig tijd hebt.”
5. Blijf alert op eventuele eigen barrières zodat je kunt voorkomen dat deze het gesprek in de weg staan
Voorbeelden van barrières die jij als professional kan ervaren:
- Je hebt het gevoel te weinig kennis of skills te hebben om het probleem op de juiste manier te adresseren.
- Je verwacht dat het kind of de ouders negatief reageren.
- Je verwacht dat ouders het probleem niet zullen erkennen.
- Je hebt het gevoel te weinig tijd te hebben.
- De angst dat het gezin het bespreken van gewicht als een negatief oordeel ervaart.
sluiten