Volgend jaar maart komen er weer verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dat lijkt nu nog ver weg, maar achter de schermen zijn de verschillende politieke partijen al een tijdje bezig met het schrijven van hun verkiezingsprogramma. Wij bij het Voedingscentrum hebben ze vast wat inspiratie gestuurd.
In een brief aan alle politieke partijen pleiten we voor meer aandacht voor het belang van een gezonde eetomgeving, voor kinderen en volwassenen. Wat een kind eet en drinkt, hoe vaak en waar hij of zij dat doet, kortom het ‘eetgedrag’, is iets wat al heel vroeg wordt ontwikkeld. En eenmaal aangeleerd gedrag is moeilijk te veranderen. Daarom vindt het Voedingscentrum het belangrijk dat de eetomgeving van kinderen wordt verbeterd: bijvoorbeeld door kinderen zo min mogelijk bloot te stellen aan reclame voor ongezond eten. Dat is iets wat de politici kunnen regelen. En als we het onze kinderen gunnen om gezond op te groeien – en wie wil dat nou niet -, dan is het niet meer dan logisch om ook bij de kinderopvang, op iedere school en bij alle sportverenigingen gezond eten en drinken centraal te stellen.
Politici kunnen standaarden vaststellen waaraan schoollunches moeten voldoen, en de groenteconsumptie bevorderen door de BTW op groente terug te brengen naar 0%. Gezond eten zou in iedere wijk en voor ieder kind in ieder milieu, in overvloed aanwezig moeten zijn en opvallend en aantrekkelijk gepresenteerd. Als we investeren in een gezonde toekomst voor kinderen, kunnen zij opgroeien als de ‘
Generatie Goed Eten’
Ook vragen we de politici om meer aandacht voor de rol van de
eetomgeving voor volwassenen. Want die eetomgeving, die is zeer bepalend voor de keuzes die we maken. Een omgeving die ‘gezondheid’ uitstraalt, helpt ons allemaal om meer gezonde keuzes te maken. Politici hebben invloed op de inrichting van de publieke omgeving. Zij kunnen stimuleren dat we in instellingen die deels worden betaald door de overheid, makkelijker iets gezonds kunnen eten.
In ziekenhuizen zou je in de koffiehoek en in de automaat voornamelijk lekkere, gezonde snacks moeten kunnen vinden. Een bakje yoghurt met stukjes vers fruit bijvoorbeeld, of een frisse salade. Ook in musea en theaters kan het cateringaanbod een stuk gezonder. Natuurlijk heeft de overheid als grote werkgever zelf ook een voorbeeldfunctie: in alle bedrijfsrestaurants kunnen we verleid worden om iets gezonds te eten. En om standaard de trap te nemen op weg naar de lunch.
Wat mij betreft hoeven we niet nog een generatie te wachten, maar vormen wij zelf de eerste ‘generatie goed eten’. Immers: als stemmers kunnen we straks kijken welke partij in zijn verkiezingsprogramma iets zegt over het belang van een gezonde eetomgeving. Misschien denk je bij al deze punten “Maar dat is toch logisch? Wie kan daar nou tegen zijn?” Dat ben ik helemaal met je eens. Ik denk daarom dat deze punten in de meeste verkiezingsprogramma’s zullen terugkomen. En zo niet: dan hebben we wat te kiezen in maart volgend jaar.
Roy van der Ploeg, oud-woordvoerder